Voetbalfeest tussen beladen muren
Een rondgang door het Olympiastadion in Berlijn

Achtergrond - 6 juli 2006

Op negen juli is het Olympiastadion in Berlijn voor even het middelpunt van de wereld. Hier zal die dag de finale van het WK tussen Frankrijk en Italië worden gespeeld. Het stadion en het omliggende sportcomplex maken door de strakke vormgeving en de fraaie ligging tussen de bossen niet alleen een luisterrijke indruk, maar vertellen ook een verhaal uit een duistere periode van de Duitse geschiedenis.

Het zeventig jaar oude Olympiastadion is voor het WK zorgvuldig gerenoveerd. De laatste hakenkruizen zijn weggepoetst, de meeste rijksadelaars verwijderd. Toch herinnert er nog veel aan de door de nazi’s georganiseerde Olympische Spelen van 1936.

Terug naar 1936

Voor de Olympische Zomerspelen van 1936, die vijf jaar eerder aan Berlijn waren toebedeeld, was een groot sportcomplex nodig. Vanwege geldgebrek zou hiervoor in eerste instantie het oude Deutsche Stadion worden omgebouwd. Dit stadion was voor de Spelen van 1916 opgericht, maar vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog nooit gebruikt.

Hitler wilde van renovatie echter niets weten. Hij zag de bouw van een nieuw sportcomplex als een mogelijkheid om de wereld overtuigen van de grootsheid van zijn regime. Geld zou hierbij geen rol spelen. Op de plek van het oude stadion, in het westen van Charlottenburg, lieten Hitler en de architect Werner March in twee jaar tijd het grootste sportcomplex ter wereld verrijzen.

In het stadion pasten destijds 106 duizend toeschouwers, dat waren er precies duizend meer dan in het Olympisch Stadion van Los Angeles, waar de vorige Spelen waren gehouden. Het Olympiastadion was voorzien van de nieuwste technische snufjes, zoals een elektrisch scorebord. Om de wereld op de hoogte te kunnen houden van de Duitse triomfen, waren er vijftig telefooncellen, tachtig schrijftafels en drieënzestig typemachines voor de pers ingebouwd. Een dak had het stadion echter nog niet.

Bij de openingsceremonie van de Olympische Spelen werd om de haverklap ‘Heil Hitler’ gescandeerd en schalde het Deutschlandlied. Daarna werden er toespraken gehouden en kwamen de atleten onder begeleiding van marsmuziek het stadion binnen. Tenslotte verscheen een atleet met de olympische vlam. De fakkel was vanuit Olympia in Griekenland naar Berlijn gebracht met een estafetteloop. Dit ritueel, dat nog steeds bestaat, was door de nazi’s bedacht om de ingebeelde Duitse band met de oude Grieken te benadrukken.

Aan de Olympische Spelen van 1936 namen bijna vierduizend atleten uit 49 landen deel. De succesvolste sporter van de Spelen was de zwarte Amerikaan Jesse Owens, die vier gouden medailles in de wacht sleepte. Dit wekte grote ergernis bij Hitler, die hem weigerde de hand te schudden. Uiteindelijk won Duitsland de meeste medailles. Na afloop verkondigde Hitler dat de Spelen vanaf 1940 alleen nog maar in Duitsland zouden plaatsvinden.

Sport paste goed bij de nazi-ideologie. Volgens de nazi’s zou de ideale man een moedig karakter combineren met een krachtig lichaam. Via de sport zou men dit ideaal kunnen verwezenlijken. De oude Grieken dienden hierbij als voorbeeld. Volgens Hitler zouden in het Rijkssportveld, net als in het oude Olympia "Geistiges, Erzieherisch, Kämpferisch und Vaterländisches" bij elkaar komen. Deze nationaal-socialistische waarden kwamen tot uiting in de beeldhouwwerken, de architectuur en de symboliek van het complex.

Een rondgang langs wat rest

Van deze uitlatingen in steen is vandaag de dag nog veel te zien. Aan beide zijden van de poort die toegang biedt tot het sportcomplex, staan twee vijfendertig meter hoge klokkentorens, waartussen de vijf Olympische ringen hangen. Deze Preussenturm en Bayernturm vertegenwoordigen samen met vier andere torens aan de achterzijde van het stadion (de Friesen-, Franken-, Sachsen- en Schwabenturm) de zes Duitse volksstammen. Dat de Pruisische en de Beierse toren bij de hoofdingang staan, berust waarschijnlijk niet op toeval. Het centrum van de macht lag destijds in Pruisen, in Beieren was de nationaal-socialistische beweging ontstaan.

Op het terrein staat naast de ingang een eikenboom. De eik werd vanwege zijn krachtige voorkomen gezien als een echte Duitse boom. Deze boom refereerde aan de heilige olijfboom die naast de ingang van de Zeustempel in Olympia stond.

Links en rechts van de ingang staan twee bovenmenselijk grote beelden die de Estafetteloper en de Discuswerper voorstellen. De mannen zijn lang en slank en hebben brede schouders en smalle heupen: ook deze idealen zijn aan de oude Grieken ontleend.

Het stadion zelf is rondom bekleed met Duits hardsteen. Dit zou de verbondenheid met de Duitse geboortegrond moeten verbeelden. Het gebruik van harde steensoorten was ongemeen duur, maar dat kon Hitler niets schelen. Zijn doel om de wereld te overtuigen van de capaciteiten van de nationaal-socialistische staat, heiligde alle middelen.

Achter het stadion ligt het Meiveld. Dit paradeterrein was ingericht op speciaal verzoek van Hitler. Op het veld en de tribunes konden vijfenzeventigduizend mensen plaatsnemen om naar de toespraken van deFührer te luisteren. Na de Olympische Spelen organiseerde de SA hier regelmatig wedstrijden, met ‘sporten’ als granaatwerpen. In 1937 werd Mussolini hier feestelijk onthaald. Aan de rand van het veld staan twee identieke sculpturen van een man die zijn paard kort bij de teugels houdt. Opnieuw wordt hier de ideale nationaal-socialistische man uitgebeeld: deze man temt de natuur en zorgt zo voor orde en discipline.

Achter de tribunes bevindt zich de Langemarckhal. Dit is een herdenkingshal voor de tachtigduizend Duitse soldaten die in 1914 sneuvelden bij Langemarck, een Belgisch plaatsje vlakbij Ieper. De Klokkentoren torent boven de Langemarckhal uit. Tijdens de oorlog stortte de toren in en raakte de hal zwaar beschadigt. In 1960 mocht Werner March de herdenkingshal en de toren weer opbouwen. Sinds een paar maanden is er in het gebouw een tentoonstelling over het Rijkssportveld te bezichtigen. De herdenkingsruimte is in oude glorie hersteld. Op de muren herinneren spreuken aan een heldendood.

Bovenin de zesenzeventig meter hoge toren hangt de olympische klok die de Spelen inluidde. Tot dit voorjaar stond de klok nog verloren op een grasveldje, met hakenkruizen en al. Sinds twee maanden hangt hij weer in de toren, gladgeschuurd. Op de voorzijde staat nog de oude rijksadelaar met de olympische ringen in zijn klauwen.

In oude glorie hersteld

Na de oorlog viel het Rijkssportveld onder Britse bezetting. In een van de gebouwen richtten de Britten hun hoofdkwartier in. Op het Meiveld werd jaarlijks de parade voor de verjaardag van Koningin Elizabeth II gehouden. Regelmatig vonden op het terrein nog sportevenementen, concerten, pausbezoeken en kerkdagen plaats. Er werd bij deze festiviteiten weinig aandacht besteed aan de geschiedenis van het Rijkssportveld.

Tijdens de voorbereidingen van het WK van 1974 werd een deel van het Olympiastadion overdekt. Maar pas in de jaren 2000-2004 werd het stadion zorgvuldig gerenoveerd. De rode renbaan werd op verzoek van de Berlijnse voetbalclub Hertha BSC blauw gekleurd. De gloednieuwe grasmat komt uit Nederland. Nu beschikt het stadion over ongeveer 75 duizend zitplaatsen en mag het zich volgens de voorschriften van UEFA een vijfsterren stadion noemen.

Op 9 juli zijn de ogen van de wereld opnieuw op het Olympiastadion gericht. Wie goed oplet, ziet meer dan voetbal.

Reacties

Pascal Wellens - 11 augustus 2021 06:42

Ik ben er eind januari 2020 naar een voetbalwedstrijd van Hertha gaan kijken. De wind die door het stadion kan waaien zorgt voor een speciale akoestiek. Nu riepen een paar duizend supporters uit de spionkop "Hertha, Hertha", maar het moet wel opzwepend zijn geweest als tienduizenden "Heil" scandeerden, versterkt door de windstroom. Wel best eng!

Reageer
Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger