Te rebels, te decadent en te westers
Popmuziek in de DDR in de jaren zestig

Achtergrond - 22 december 2004

(22 december 2004) "De strijd in de Waldbühne" kopte Neues Deutschland, de grootste Oost-Duitse krant, op 17 september 1965. Het artikel ging over een concert dat de Rolling Stones twee dagen eerder in West-Berlijn, in stadion Waldbühne hadden gegeven.

Hoogtepunt in de periode van culturele vrijheid was de, naamloze, Beatles-plaat die door DDR-platenmaatschappij Amiga in april 1965 werd uitgegeven. Een plaat met 'decadente' westerse muziek, die ineens te koop was in het socialistische Oost-Duitsland: een duidelijker signaal dat er werkelijk sprake was van een culturele lente had de overheid niet af kunnen geven. Een andere, bijna lachwekkende, gebeurtenis uit deze periode is de Duitstalige remake van de Stonesnummers 'I can't get no satisfaction' en 'The last time'. Overigens werden deze nummers zo snel als ze waren opgenomen ook weer verboden door de overheid: de Stones waren bij nader inzien te rebels, te decadent en vooral te westers.

Langzamerhand begon de Oost-Duitse jeugd steeds meer gebruik, of misbruik, te maken van haar vrijheid. Kapsels werden wilder, broeken strakker en de muziek steeds harder. Muzikant Dieter Franke zegt hierover: "Ik had het gevoel dat door onze muziek een ventiel geopend werd (..) Emoties die normaal werden ingehouden kwamen nu naar buiten." De overheid begon grip te verliezen op haar eigen jeugd. Iemand die dit als een van de eersten zag aankomen was de latere regeringsleider Erich Honecker. Al vanaf 1964 verzamelde hij bewijzen van de excessen waaraan de jeugd zich schuldig maakte. Het enige wat hij nog nodig had was een overtuigend bewijs.

Dit werd hem in september 1965 op een presenteerblaadje aangeboden met het concert van de Rolling Stones in West-Berlijn. Eindelijk werd voor de hele natie zichtbaar tot wat voor seksuele, gewelddadige en alcoholische excessen westerse muziek leidde. Het concert was voor dagblad Neues Deutschland aanleiding om voor het eerst, en tevens voor het laatst in de geschiedenis van haar bestaan, een artikel met kop en al letterlijk over te nemen uit de West-Duitse krant Bildzeitung.

Op 1 november 1965, dus zes weken na het gewraakte concert, besloot de Oost-Duitse overheid tot een licentiesysteem voor alle Oost-Duitse bandjes. Het kwam erop neer dat maar enkele van de vele honderden bands een licentie kregen en dat optreden in het openbaar voor de rest er niet meer inzat. Voor een stad als Leipzig hield dit in dat 45 van de 49 bands de illegale muziekscene indoken. Plotsklaps lag het openbare muzikale leven van de Oost- Duitse jeugd volledig stil. Anderhalve maand na de invoering van het licentiesysteem vond een belangrijk partijcongres van de socialistische partij plaats. Dit congres zou later bekend komen te staan als het Kahlschlagplenum. De overheid gaf hier haar inschattingsfouten met betrekking tot de jeugd toe en de rechten die in 1963 aan de jongeren gegeven waren, werden onmiddellijk teruggedraaid. De komende jaren zou Beatmusik taboe zijn in de DDR. En dit alles naar aanleiding van een Stonesconcert dat door toedoen van West-Duitse jongeren in een chaos was geëindigd en dat niet eens op Oost-Duits grondgebied had plaatsgevonden.

Neeltje de Kroon studeert geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Momenteel loopt zij stage bij het Duitsland Instituut. 

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger