"Eh... wat zou jij doen?"
Egon Krenz over zijn rol bij de val van de Muur

Achtergrond - 1 december 2004 - Auteur: Marja Verburg

(1 december 2004) Op de avond van 9 november 1989 wordt Egon Krenz, van 18 oktober tot 6 december leider van de DDR, gebeld door Stasi-chef Erich Mielke. "Er begeven zich allemaal mensen naar de grens, ik moet weten wat ik moet doen."

Op dat moment hoort Krenz voor het eerst dat er iets ongeplands gaande is. "Ik moet eerst de minister van Defensie bellen", zegt hij. "Ik bel je zo terug." Daar neemt Mielke geen genoegen mee. "Ik heb nu een beslissing nodig." En wat zegt de leider van de DDR op dat moment? "Eh… wat zou jij doen?"

Egon Krenz is een van de weinige kopstukken van het DDR-regime die na de Wende een gevangenisstraf kreeg opgelegd. Dat was in 1999. Vlak voordat de rechter hem tot 6,5 jaar gevangenisstraf veroordeelde, gaf Krenz een persconferentie voor buitenlandse journalisten in Berlijn. Door een gelukkig toeval mocht ik, toen nog student in Berlijn, daarbij aanwezig zijn.

Met stijgende verbazing luisterde ik naar wat hij te zeggen had. Wat bracht de man ertoe om aan zo'n veertig journalisten uit de hele wereld te vertellen dat hij geen idee had wat hij moest doen op 9 november en te klagen over zijn juridische positie? "Ik ben slechter af dan de overgebleven nazi's uit 1952", meende hij. Het enige dat ik kon bedenken is dat hij ijdel is en het prettig vindt om over zijn DDR te praten. Dan voelt-ie zich kennelijk weer de politicus, en niet de Duitser zonder paspoort - hem afgenomen omdat hij onder politietoezicht stond - die de gevangenis in moest.

Confrontatie

Krenz begon tijdens de persbijeenkomst vrijwel direct te vertellen wat voor een goede indruk hij destijds op zijn tijdgenoten maakte, om daarna zijn visie op de gebeurtenissen van 9 november 1989 te geven. Daar kwam hij niet bijzonder moedig in naar voren.

Mielke gaf hem op de vraag wat-ie moest doen die avond dan ook het antwoord dat-ie verdiende: "Jij bent de secretaris-generaal!" Krenz besluit vervolgens de slagbomen aan de grensovergangen te openen. "Morgen gaat de grens sowieso open. We zitten niet op een confrontatie met het volk te wachten", zegt hij tegen Mielke. De dertig jaar oudere Stasi-chef kan zich daar in vinden: "Je hebt gelijk, mijn jongen."

Grote bewondering had Krenz voor zijn grenstroepen, die ervoor gezorgd hadden dat er geen bloedbad had plaatsgevonden. "Zij hielden het overzicht en waren zeer verstandig." Des te oneerlijker dat ze tot gevangenisstraffen werden veroordeeld. "Maar ja, zo verschillend kunnen de prijzen in Duitsland uitvallen", zei Krenz bitter, "de één krijgt het ereburgerschap, en degenen die het werk gedaan hebben, krijgen gevangenisstraffen."

Koude Oorlog

Volkomen onterecht vond hij ook het feit dat hij berecht werd. "Ik heb de Koude Oorlog, het IJzeren Gordijn en de deling van Duitsland niet uitgevonden. Een juridische basis om mij te veroordelen heeft de BRD niet. Destijds gold het recht van de DDR, en het is tegen het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens dat dit nu niet meer geldt."

Maar hij was toch als leider van de DDR verantwoordelijk voor de doden die gevallen zijn, vroeg één van de journalisten. "Oh, ik betreur elke dode die gevallen is." (Een Oost-Duitse vriendin van mij werd niet goed toen ze hoorde dat hij dat had gezegd.)

"Maar", vervolgde hij steeds bozer en luider, "nu zijn de gevolgen van de grenzen alleen op de schouders van de Oost-Duitse grenstroepen en overgebleven personen terechtgekomen. Als er dan veroordeeld moet worden, geldt dat ook voor de opvolgers van Truman, Stalin en Adenauer! Ik heb natuurlijk een grote politieke verantwoordelijkheid, maar ik kan niet alleen de verantwoordelijkheid voor de Koude Oorlog nemen, die door vier staten is gevoerd."

Verkiezingen

Krenz had de neiging alles in grotere verbanden te plaatsen. "Ik zie dat gedifferentieerder", herhaalde hij steeds als er een kritische vraag werd gesteld. Maar ondanks die ruime blik kon hij maar niet begrijpen dat er nog zoveel haat tegen hem heerste, tien jaar na de val van de Muur.

"De Duitsers zouden gelukkig moeten zijn dat ze de eenheid hebben, zonder dat er een druppel bloed gevloeid is." Ik kon die haat heel goed begrijpen, toen hij vlak na deze opmerking, op de vraag of de verkiezingen in de DDR vervalst waren, lachend durfde te antwoorden: "Verkiezingen waren helaas nou eenmaal niet de sterkste kant van de DDR."

Egon Krenz, waarschijnlijk de enige persoon ter wereld die stemde op een partij, de PDS, waar hij zelf was uitgegooid, werd veroordeeld voor doodslag op personen die geprobeerd hadden over de Muur te vluchten. Na het vonnis van de Duitse rechtbank ging hij in beroep bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

Gevangenis

In 2001 werd dat beroep afgewezen. Krenz mocht inmiddels overdag de gevangenis verlaten, zodat hij naar zijn werk bij een vliegtuigmaatschappij kon. Ik las dat destijds in Berlijn in de krant en vond het merkwaardig. Waarom iemand veroordelen en de straf dan half uitvoeren? Ik vond toen dat de man alleen al vanwege zijn onaangename zelfingenomenheid straf verdiend had. Gelukkig ben ik geen rechter.

Tijdens de persconferentie in 1999 werd aan Krenz gevraagd waarom hij niet naar het buitenland was gegaan om zijn gevangenisstraf te ontlopen toen het nog kon. "Ik heb nooit overwogen uit Duitsland weg te vluchten", antwoordde hij daarop, "daarvoor ben ik te veel met mijn familie, met mijn kleinkinderen verbonden. En ik zou me ook schamen ten opzichte van de grenstroepen en de anderen, die niet kunnen vluchten. Dan zou het zijn alsof ik hen in de steek heb gelaten."

Krenz heeft uiteindelijk bijna vier jaar in de gevangenis gezeten. In december 2003 kwam hij vrij.

Marja Verburg is medewerker voorlichting en projecten bij het Duitsland Instituut Amsterdam. Van 1999 tot en met 2003 woonde zij in Berlijn.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger