'Duits en Frans verbannen uit lesmateriaal is funest'
Ton Nijhuis over het belang van de Duitse taal
Achtergrond - 20 april 2016
- Auteur:
Ton Nijhuis
Nederlandse scholen zijn volgens het advies van het Platform Onderwijs2032 niet meer verplicht naast Engels een tweede vreemde taal aan te bieden. Dat is funest, aldus directeur van het Duitsland Instituut Ton Nijhuis. Het leidt tot een eenzijdigheid in het onderwijs en het maatschappelijk debat die niet wenselijk is.
Leerlingen tijdens een gastles van het Mach-mit-mobil van de Actiegroep Duits
De Dag van de Duitse taal lijkt misschien onderdeel van een achterhoedegevecht. Is het Engels niet al lang en onstuitbaar op weg de globale lingua franca te worden? Dat is toch ook de reden dat het Platform Onderwijs2032 adviseert het Engels als eerste vreemde taal verplicht te maken voor alle Nederlandse leerlingen vanaf de basisschool. De andere vreemde talen zouden in dit perspectief moeten behoren bij het keuzeaanbod ter verbreding en verdieping. Nederlandse leerlingen hoeven dus geen andere vreemde taal dan het Engels te leren. Scholen hoeven behalve het Engels geen andere talen aan te bieden.
Andere vreemde talen als een extraatje dus. Leuk, maar niet noodzakelijk in een wereld waarin iedereen het Engels in ieder geval als tweede taal machtig is. Op het eerste oog mag dit een voor de hand liggend en pragmatisch advies lijken, maar het miskent een aantal grote problemen of minpunten die voortvloeien uit de marginalisering van de overige vreemde talen.
Allereerst hebben we in Europa vastgelegd dat meertaligheid een cruciaal element is van de Europese identiteit en daarom gekoesterd moet worden. Nog in 2002 besloot de Europese Raad in Barcelona dat iedere Europese burger naast zijn moedertaal twee andere vreemde talen moet beheersen. Dat is een heel andere ambitie, die nu door het Platform Onderwijs2032 simpelweg terzijde wordt geschoven. Nu komt het in Europa vaker voor dat mooie doelstellingen worden geformuleerd waarmee vervolgens niets wordt gedaan. Dit doet de geloofwaardigheid van de EU geen goed. Waarom zou je je aan afspraken houden als de anderen het ook niet doen?
Eenzijdigheid
Misschien nog belangrijker is het feit dat de keuze voor het Engels niet neutraal is, maar invloed heeft op de inhoud. In het pleidooi voor Engels wordt er impliciet vanuit gegaan dat het Engels een soort werktaal is die verder neutraal is. Maar dat is geenszins het geval. De taal heeft wel degelijk invloed op de thema’s en standpunten die in het vizier komen.
De oriëntatie op Engelstalige media zorgt er bijvoorbeeld voor dat standpunten en analyses in The New York Times, Financial Times of The Economist veel meer impact hebben dan die uit de Duitse, laat staan uit Poolse of Roemeense media. De laatste worden al helemaal niet meer gehoord. Dit leidt tot een eenzijdigheid die niet wenselijk is. Wij hebben daarom altijd mensen nodig die andere vreemde talen dan het Engels machtig zijn, om tenminste iets van de ontwikkelingen en sentimenten in andere landen te kunnen volgen.
Of neem het Hoger Onderwijs. Aan universiteiten, en zelfs aan HBO’s, is de tendens om onderwijs alleen nog in het Engels aan te bieden. Ook hier is de taal niet neutraal. Engelstalig journals oriënteren zich veelal op de Angelsaksische landen. Hoewel de Duitse economie voor Nederland van existentieel belang en deze met haar Rijnlandse model van soziale Marktwirtschaft fundamenteel anders in elkaar steekt dan de Amerikaanse, krijgen studenten in het Engelstalige lesmateriaal toch vooral voorbeelden en casestudies uit de Angelsaksische landen.
Angelsaksisch gedomineerde tijdschriften
Deze bias wordt nog eens versterkt doordat de docenten, die onder grote druk staan om te publiceren in vooral Angelsaksisch gedomineerde tijdschriften, hun eigen onderzoek zo inrichten dat zij de grootst kans hebben om hun artikelen gepubliceerd te krijgen. En dat heeft effect op bijvoorbeeld de casestudies die je selecteert.
Het netto-effect hiervan is dat bijvoorbeeld een student politicologie in zijn of haar studie nog slechts betrekkelijk weinig over het Nederlandse politieke systeem en de Nederlandse politieke cultuur leert, laat staan over Duitsland, terwijl dit laatste land zich veel beter voor een vergelijking met Nederland leent dan de VS of Engeland.
De vraag is natuurlijk waartoe we de studenten willen opleiden. Wanneer meer dan 90 procent uiteindelijk in een Nederlandse context komt te werken, dan lijkt het zinvoller om de studie daarop te laten voorbereiden.
Provinciaals
Ongeveer 25 procent van de Nederlandse economische, maatschappelijke en culturele buitenlandse contacten betreffen Duitsland. Je zou dus verwachten dat tijdens de studie economie of sociale wetenschappen dit land ruime aandacht krijgt, maar dat is niet zo. Door ons uitsluitend nog op het Engels te richten, komt Duitsland nauwelijks meer in beeld en wordt Duitse literatuur al helemaal niet meer gelezen. Dit is een verarming van ons onderwijs en ook van ons onderzoek.
De kracht van Nederland heeft er altijd in gelegen, om met Johan Huizinga te spreken, dat Nederland ingeklemd ligt tussen drie belangrijke taalgebieden. Daardoor kan het kennis nemen van de ontwikkelingen binnen die gebieden en heeft de Nederlandse wetenschap de mogelijkheid om deze ook aan elkaar te verbinden. Vanuit dit perspectief is de Angelsaksische wereld extreem provinciaals. Zij kent alleen de Engelstalige literatuur en heeft geen oog voor en daarmee ook geen idee van wat zich daarbuiten allemaal afspeelt.
Juist voor Nederland is het van belang open te blijven staan en niet provinciaals te worden. Maar dan geldt dat we ook vooral Duits en Frans moeten kunnen lezen. Dat betekent niet dat elke leerling of student dat moet kunnen, maar om het, zoals dat nu gebeurt, helemaal uit het studiemateriaal te verbannen, is funest.
Kortom: Engels is essentieel, maar daarom moeten we niet meteen de traditionele kracht van Nederland, dat een substantieel deel van de bevolking ook Duits of Frans spreekt, over de schutting gooien. En die kracht begint al in het voortgezet onderwijs.
Lees meer over 'Duitse taal':
'De Duitse taal is mijn gereedschap'
Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.
Een problematische beer
De Duitse minister Paus wordt voor 'Problembär' uitgemaakt, las columniste Inge Jooris in de Duitse media. Zijn haar dagen als minister geteld?
Vechten als ketellappers
De Duitse regering heeft zo veel ruzie, het lijkt wel een bende 'Kesselflicker', zei een van de ministers. Columniste Inge Jooris legt uit wat hij bedoelt.
Een 'Sternstunde' voor Duitsland
Sternstunde, een mooi en onvertaalbaar woord voor wat er nu gebeurt in Duitsland, tenminste dat hoopt columniste Inge Jooris.
Reacties
Sowieso is er steeds meer sprake van een verarming van het onderwijs. Ik verbaas me er nu al over dat - in tegenstelling tot 30 jaar geleden - bijna niemand meer een woord Frans spreekt. En ik schaam me tegenwoordig dat veel Duitsers beter Nederlands spreken dan Nederlanders Duits. Op school wordt de leerling de boodschap gegeven dat naamvallen moeilijk zijn, terwijl je het op die leeftijd nog gemakkelijk leert, ook op het VMBO. En wat te denken van Spaans, een heel belangrijke wereldtaal.
engels is de voertaal van de grote multinationals en het amerikaanse militair/industrieel-finacieel-media complex en alleen al daarom is tegengewicht geboden. Ik was zonder de originele denktrant in het duits en het frans allang als europeaan gestorven. Een europeaan moet ook wel een slavische taal, bij voorkeur russisch leren als tegenwicht tegen de amerikanisering. De elite die alleen nog engels leest heeft europa allang verraden met haar islamomanie in navolging van de usa.
Es wäre in der Tat traurig, wenn wir die Welt nur noch durch die amerikanische Brille sehen.
Duits was de taal van de grote filosofen,theologen ,wis- en natuurkundigen. Ok met name de eerie twee categorieen goed te kunnen begrijpen is het onvermijdelijk ze in de oorspronkelijke taal te lezen. Om succes te hebben in zaken in Duitsland is behoorlijke kennis van de taal een pre.
H. Hornstra Moedt
Gepens. docent Engels