Nederlands zijn is een pre, als je maar je best doet
Integratie van Nederlanders in Kleef
Achtergrond - 14 maart 2008
door Bas de Rue
“We hebben niet bijzonder veel contact met de Nederlanders hier in Kleef”. Bedachtzaam nipt de gepensioneerde theoloog Rob Cornelissen aan zijn koffie. Samen met zijn vrouw Els heeft hij een leven lang in Duitsland gewerkt. Les gegeven aan de katholieke academie in Trier, promotie in Münster, pensioen in Kleef. “We willen ook niet meer terug. We hebben weliswaar ons Nederlandse paspoort nog, maar we zijn niet meer die Nederlanders van vroeger.”
De groep Nederlandse Klevenaren is aanzienlijk, altijd al geweest. Kleef (Kleve) is een grensplaats die van oudsher sterk onder Nederlandse invloed staat. Tweeduizend Nederlanders wonen er op dit moment, in een gebied met vijftigduizend inwoners. Daaronder vallen ook de dorpjes buiten Kleef, zoals Keeken, Bimmen en Rindern.
Els Cornelissen: “Toen Rob met pensioen ging, hebben we ons afgevraagd: waar gaan we heen? We woonden al sinds 1974 in Duitsland, dat wilden we niet opgeven. Om dichter bij Nederland te wonen, hebben we het grensgebied gekozen.”
Persoonlijke redenen
Opvallend is dat de Nederlanders in de oude dorpskern van Kleef over het algemeen uitstekend geïntegreerd zijn. Het zijn de mensen die vanwege werk naar Duitsland zijn gekomen, vanwege de liefde, of beide. Veel wonen er ook al lang. Tien, twintig jaar is geen uitzondering. Dit zijn niet de mensen die sinds 2000 met de recente golf Nederlanders over de grens gespoeld zijn.
De betrokkenheid bij hun nieuwe thuisland is terug te zien in de arbeidsparticipatie van de Nederlandse ‘oudkomers’. Onderzoek door van de Euregio wijst uit dat ruim 40% van de lang gesettelde emigranten in Duitsland werkt. Daarentegen houdt de overweldigende meerderheid (90%) van de recente verhuizers zijn baan in Nederland.
Gele nummerborden
Bernadina Zimmermann (66) woont nu zo'n veertig jaar in Duitsland. De goedlachse Nederlandse is drastisch verduitst, elke derde zin besluit ze met een vriendelijk “na?”.
“Ik heb het in het begin moeilijk gehad met de taal, vooral toen ik nog in Hamburg woonde. Het Hamburgse dialect is echt onverstaanbaar. Nu is de situatie omgekeerd. Als ik in Nederland kom, zeggen de mensen dat ik zulk verzorgd Nederlands spreek. Tsja, sinds mijn achttiende woon ik al niet meer in Nederland. Ik spreek het Nederlands van de jaren zestig.”
Zimmerman leidt het typische leven van een compleet geassimileerde immigrant. De enige landgenoten met wie ze omgaat zijn familieleden en enkele goede vrienden in Nederland.
“Klevenaren zijn niet zo moeilijk. Die vinden het allemaal wel best, al die Hollanders hier. Die zijn zo geïntegreerd dat ze nauwelijks nog opvallen. Ik zou ook niet weten waar hier in Kleef de Nederlanders wonen. In Kranenburg, waar hele nieuwbouwwijken vol zitten met Nederlanders, kun je ze makkelijk herkennen, al was het alleen maar aan al die gele nummerborden.”
Gemotiveerde Nederlanders zijn een selectieve groep
Een gevolg van de sterke Nederlandse invloed in Kleef is dat bijna al het winkelpersoneel in het Nederlands begint, zodra ze doorhebben wie ze voor zich hebben.
“Zo leer je het nooit”, verzucht Marcel Ibes, werkzaam bij een Duitse vestiging van het Amerikaanse telecombedrijf Avaya. “Sommige Nederlanders hier in de buurt praten wekenlang geen Duits. Het hoeft niet echt als je zo dicht bij Nederland woont.”
Ibes is trouwe bezoeker van de taalcursussen die door de Volkshogeschool Kleef worden gegeven. Zowel de lessen Duits voor Nederlanders als Nederlands voor Duitsers zitten altijd vol. Op een doorsnee maandagavond luistert een kleine vijftien man naar het verhaal van docente Rita Reuter. Ouderen, jongeren, gepensioneerden en werkenden. Het is een bonte mix.
Docente Reuter, kordaat, streng, betrokken, is blij met de constante stroom cursisten. Haar beeld van de Nederlandse bereidheid tot integreren is echter weinig rooskleurig. “Hier zit een heel selectieve groep, de gemotiveerde Nederlanders. In de omliggende dorpen zit het vol met Nederlanders, maar die zie je hier nooit. Alleen op plekken waar ze in de minderheid zijn, zoals in Kleef, leren ze Duits.”
Duitsers hebben vitrage
Adrianne Falk-Esveld is wat je noemt een oer-Hollandse verschijning. Blond, enthousiast, goedlachs en spontaan. Ze spreekt vloeiend Duits, haar twee kleine kinderen voedt ze tweetalig op. De Nederlandse studeerde verpleegkunde in Beieren, vond daar haar grote liefde, een Duitser, trouwde jong en woont nu alweer zestien jaar in Duitsland, waarvan tien in Kleef.
“We wonen in een oude buurt, hier zijn weinig Nederlanders. Je kunt precies zien waar ze wonen. De Duitsers hebben allemaal vitrage voor hun raam. Bij de Nederlanders kun je zo naar binnen kijken.”
De Nederlandse draagt op haar eigen wijze een steentje bij aan de integratie van Nederlanders in het dorp.
Falk-Esveld, moeder van twee, heeft een zogeheten Mutter-Kindgruppe opgezet om Nederlandse moeders met de integratie op weg te helpen. Zo’n moeder-kindgroep is een typisch Duits instituut, waarin een kleine groep moeders en hun kinderen samenkomt bij een van de deelneemsters thuis. Daar bespreken ze alle grote en kleine dingen van de opvoeding onder het genot van een kopje thee.
“Een moeder-kindgroep is een ideale manier om te integreren, voor moeders die thuiszitten en zeker voor kinderen. Je moet gewoon jong beginnen. Vergeet niet dat Nederlands zijn hier echt een pre is. Duitsers vinden dat leuk, als je maar een beetje goede wil toont.”
Bas de Rue is redacteur van het Duitslandweb.
Reacties
Geen reacties aanwezig