Het onuitwisbare stempel van arrogantie
De twee gezichten van Deutsche Bank-topman Ackermann

Achtergrond - 21 oktober 2008

Hij is hét gezicht van het Duitse bankwezen. De Linkspartei ziet hem het liefst wegens verregaand nepotisme achter de tralies verdwijnen. Maar bestuursvoorzitter Josef Ackermann van Deutsche Bank loodst zijn werkgever wel door financieel zware tijden. Reddingspakket of niet, Berlijn heeft eerder hem nodig dan andersom.

Josef Ackermann, Afb: DPA/Picture Alliance “Bedenkelijk”, “onverstandig” en “arrogant”. Ministers, parlementariërs én bondskanselier Merkel lieten gisteren geen mogelijkheid onbenut om de laatste uitspraken van de machtigste man van Frankfurt te veroordelen. Want Deutsche Bank treft volgens Ackermann geen enkele blaam voor de huidige crisis. Daarom zou hij zich “kapot schamen” als zijn Deutsche Bank aanspraak moet maken op het reddingspakket van 500 miljard voor de Duitse financiële sector.

Ackermann heeft zich nooit in een slachtofferrol gemanoeuvreerd en de crisis op de financiële markten zal hier ook geen verandering in brengen. Hij is in goed Duits een Macher – een man die iets voor elkaar krijgt. En ja, Deutsche Bank lijkt onder zijn leiding de financiële crisis vooralsnog redelijk goed te doorstaan.

Maar zoals zo vaak kleeft aan een succesvolle manager het onuitwisbare stigma van arrogantie. Ackermann was lange tijd de verpersoonlijking van een hebzuchtige en cynische topbestuurder, die geen last had van enig maatschappelijk verantwoordelijkheidgevoel. De Linkspartei heeft niet lang hoeven zoeken om een favoriete zondebok te vinden voor de problemen in de financiële sector.

Grootverdiener

In 2005 beleefde Deutsche Bank onder zijn leiding een zakelijk topjaar. Dit leverde Ackermann een aantal bonussen van in totaal 11,9 miljoen euro, bovenop zijn vaste salaris van ongeveer dan twee miljoen euro. Maar dit weerhield de topmanager er niet van zesduizend man dat jaar te ontslaan om de personeelskosten te drukken.

Een jaar eerder verscheen Ackermann voor de rechter in Düsseldorf wegens zijn betrokkenheid bij de Mannesmann-affaire. De geboren Zwitser zou als prominent lid van de raad van toezicht bij de verkoop in 2000 van het concern aan het Britse Vodafone de managers van Mannesmann hoge bonussen hebben bezorgd. Ackermann werd vrijgesproken, maar de zweem van klassejustitie bleef nog jarenlang rond de zaak hangen.

Imagoprobleem

Ackermann heeft naar verluidt het privénummer van bondskanselier Merkel. Afb: DPA/Picture AllianceAls een van Duitslands meest succesvolle en invloedrijkste managers had Ackermann een groot imagoprobleem. “Overal word ik gewaardeerd, zelfs in New York. Behalve in Duitsland”, klaagde hij. Maar in plaats gefrustreerd naar de financiële hoofdstad van de wereld te verkassen, begon Ackermann een uitgekiende pr-campagne om zijn imago te verbeteren.

Zo verscheen hij vaker in de media dan ooit en gaf ook meer persoonlijke informatie vrij om zijn aaibaarheidsfactor te vergroten. “Ik voel mij in Duitsland thuis”, zo bezwoer hij. “Ik woon hier en betaal hier mijn belastingen.” En uiteraard was het niet langer een geheim dat hij zijn dag het liefst zingend onder de douche begint. Bij voorkeur ‘La Traviata’ van Verdi, want Ackermann is een liefhebber van Italiaanse opera’s.

En het Duitse publiek moet vooral niet vergeten dat de grootverdiener van de DAX eigenlijk helemaal niets geeft om luxe. “Wat dat betreft ben ik altijd een calvinistische Zwitser gebleven”, aldus Ackermann. “Jachten van dertig meter lang doen mij niets.”

Autoriteit

Maar ondanks een zorgvuldig geregisseerd charme-offensief, steeg Ackermanns populariteit pas echt nadat de kredietcrisis zich vorig jaar zomer serieus aandiende. Hij was de eerste die de problemen bij IKB Industriebank signaleerde, waarmee de kredietcrisis voet op Duitse bodem zette. Ackermann groeide uit tot de onmisbare autoriteit op dit gebied in de Bondsrepubliek.

De crisis gaat ook niet aan Deutsche Bank voorbij, maar Ackermann lijkt naar buiten toe de zaken onder controle te hebben. Wederom viel hij op in de Verenigde Staten, waar de geplaagde Citibank hem wilde aanstellen als crisismanager. Ook de zakenbank Merrill Lynch hengelde naar zijn diensten, maar Ackermann wil zijn contract bij zijn huidige werkgever tot 2010 uitdienen.

Zijn grote test kwam op 7 februari dit jaar toen Deutsche Bank de boeken over 2007 opende. Ackermann glorieerde op zijn zestigste verjaardag, door naar omstandigheden robuuste cijfers te kunnen presenteren. De eens zo gehate manager leek de remedie tegen de kredietcrisis in handen te hebben.

Voorspellende waarde

Ackermanns nieuwe rol als mediaster en Finanzpromi kwam juist door de financiële crisis tot wasdom. In maart dit jaar riep hij op tot een internationaal gecoördineerde actie van regeringen, centrale banken en marktpartijen, om de kredietcrisis het hoofd te bieden.

Zijn plan werd vrijwel meteen van tafel geveegd. Nauwelijks zeven maanden later trok Berlijn in het kader van een Europese aanpak bijna 500 miljard euro uit om het bankwezen voor de ondergang te behoeden.

De Macher uit Sankt Gallen heeft bereikt wat hij wilde – erkenning in zijn tweede thuis Duitsland. Hij heeft het privénummer van Merkel, want hij is inmiddels haar voornaamste adviseur voor het bankenlandschap. Hij kan vrijuit spreken, wat Berlijn ook zegt. Merkel heeft zijn hulp nodig, hij voorlopig nog niet de hare.

Afbeeldingen:

DPA/Picture Alliance

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger