Duitslandweb logo Duitslandweb

Herinneringen aan 1968
Waar eens de studenten protesteerden

Achtergrond - 10 april 2008

Studentenleider Rudi Dutschke werd veertig jaar geleden, op 11 april 1968, neergeschoten in West-Berlijn. Slechts een bescheiden gedenksteen herinnert daaraan. Ook verder is weinig terug te vinden van het roemruchte jaar 1968 in de lommerrijke lanen en verstilde pleintjes van Wilmersdorf en Charlottenburg, die eens het decor vormden van een protestbeweging.

 Rudi Dutschke. Afbeelding: W. Kohn/DHMDe Kurfürstendamm droogt op na een Maartse bui. Een bus trekt op door een regenplas, een fietskoerier ontwijkt behendig een golf. Er heerst een typische zondagmiddagrust. Veertig jaar geleden was dit de belangrijkste straat van West-Berlijn. Het moet hier toen drukker zijn geweest. Toch blijft het moeilijk voor te stellen dat hier ooit rebellerende massa’s studenten en vakbondsleden voorbijtrokken.

Umwertung aller Werte

De houding ten opzichte van 1968 is in Duitsland ambivalent en interpretatie ervan zeer afhankelijk van politieke kleur. Voor sommigen brachten de jaren zestig bestuurlijke openheid, democratisering en de pil. Verstokte 68'ers - waarvan Duitsland er veel telt - mijmeren weemoedig over de tijd waarin ze nog in de mogelijkheid van een betere wereld geloofden. Bij anderen roept ‘68 vooral grimmige associaties op: barricades, geweld en de angst voor de "Umwertung aller Werte".

Halverwege de jaren zestig doken de eerste hippies op in het West-Berlijnse straatbeeld. Ook het studentenprotest, compleet met universiteitbezettingen, sit-ins, love-ins en andere nieuwe vormen van maatschappijkritiek, waaide uit de Verenigde Staten over naar de Freie Universität (FU). De stuwende kracht achter het Duitse studentenprotest was de Sozialistischer Deutscher Studentenbund, SDS, die zich na een hoog opgelopen meningsverschil in 1961 had afgescheiden van de SPD.

Fascistische democratieën

Waar de SDS zich eerst sterk maakte voor universiteitshervormingen, groeide de beweging onder invloed van het onstuimige politieke tij al snel uit tot een maatschappijkritisch orgaan. De rebellerende studenten lieten zich inspireren door de neomarxistische kritische theorie van Max Horkheimer, maar vooral door de ideeën van de Amerikaans-Duitse filosoof Herbert Marcuse. Beiden waarschuwden voor het fascisme dat in hun ogen schuilging achter de democratische façade van het westerse kapitalisme.

Dat fascisme manifesteerde zich in Vietnam en in de Verenigde Staten, maar ook in de autoritaire maatschappelijke structuren in Duitsland. Een van de belangrijkste doelwitten van de protestbeweging waren de Notstandsgesetze, die de grote coalitie onder leiding van Kurt Georg Kiesinger in 1967 wilde doorvoeren. Met deze noodwetten kon de regering in uitzonderingssituaties het parlement tijdelijk buiten spel zetten. Dit herinnerde aan het beruchte artikel 48, waarmee Hitler zichzelf in 1933 politieke volmacht had verleend. Samen met een aantal grote vakbonden gingen studenten van de SDS herhaaldelijk met spandoeken de straat op om tegen de noodwetten te protesteren.

Bloot en pudding

 Kommune 1. Afbeelding: Sterre Lindhout.De bekendste Berlijnse hippies woonden in de Kommune 1. Deze leefgemeenschap moest een alternatief bieden voor het kleinburgerlijke gezin, óók een bron van fascisme. De twaalf communeleden betrokken na de oprichting op 12 januari 1967 tijdelijk de woning van de auteur Hans-Magnus Enzensberger in de buitenwijk Friedenau. Toen de schrijver een paar maanden later terugkeerde uit Moskou, verhuisde de commune naar de Stierstrasse 3, een liefelijk straatje in een verre uithoek van Wilmersdorf.

Achter de ramen waar nu vitrage hangt, is toen het Pudding Attentat beraamd. Een aantal communeleden wilde de Amerikaanse senator Robert Humphrey, die in april 1967 een bezoek bracht aan Berlijn, bekogelen met huisgemaakte bommen van meel, yoghurt en eieren. Maar de plannen lekten uit en de verdachten gingen tijdelijk achter slot en grendel. Niet lang na de mislukte aanslag verhuisde de commune naar een pand in de Stephanstrasse in Moabit. De media-aandacht rond het puddingincident had de communeleden tot sterren verheven. Geheel in samenspraak met deze allures lieten de bewoners van de Stephanstrasse zich naakt fotograferen onder het motto ‘das Private ist politisch'.

De Sjah en de toverfluit

De zogenaamde 'Subversive Aktionen' van Kommune 1 waren vaak maatschappijkritisch met een knipoog. Voor de meeste leden van de SDS was het protesteren daarentegen bittere ernst. Op 2 juni 1967 toog de Iranese Sjah samen met zijn vrouw en bondspresident Heinrich Lübke naar de Deutsche Oper om naar ‘Die Zauberflöte’ van Mozart te luisteren. Terwijl binnen harmonieuze tonen klonken, hadden zich buiten duizenden studenten verzameld om tegen het bezoek van de Sjah – volgens hen een marionet van de Verenigde Staten – te protesteren. Onder hen Benno Ohnesorg.

Tijdens het oproer dat ontstond toen de Sjah naar buiten kwam, werd de student literatuurwetenschappen op een binnenplaats in de nabijgelegen Krummestrasse doodgeschoten door een politieagent. Dit vormde een keerpunt in de geschiedenis van de studentenbeweging. De oorspronkelijk op pacifistische leest geschoeide beweging zou vanaf dat moment het geweld niet meer schuwen.

 Gedenksteen Ohnesorg. Afbeelding: Sterre LindhoutVlak naast het operagebouw, bovenaan de trap van het metrostation Deutsche Oper, staat een gedenksteen voor Ohnesorg. De plaat werd al in 1971 door de Oostenrijkse beeldhouwer Alfred Hrdlicka vervaardigd, maar mocht pas in 1990 worden geplaatst. Op het reliëf rammen barbaarse figuren met voorwereldlijke helmen op machinale wijze een magere jongeling de grond in, head first. Het plakkaat staat schuldbewust en onbegrepen op het brede trottoir.

Ophitsing

In de zomer na de dood van Ohnesorg hing er in veel Duitse steden een broeierige sfeer. In Berlijn kwam het regelmatig tot gewelddadige confrontaties tussen studenten en politieagenten. Rudi Dutschke, de even flamboyante als verbeten voorman van de Berlijnse SDS, beschuldigde de kranten van persmagnaat Axel Springer van Ohnesorgs dood. Het boulevardblad Bild zou de Duitse bevolking hebben opgehitst tegen de studentenbeweging, door deze af te schilderen als een terroristische groepering.

In het najaar van 1967 bezetten Dutschke en vele anderen een deel van de Freie Universität en richtten er de Kritische Universität op. In februari 1968 vond daar een groot anti-Vietnam congres plaats dat wederom gepaard ging met gewelddadige demonstraties in de stad. De stemming in Berlijn naderde het kookpunt. Op 11 april ging de werkeloze Joseph Bachmann met een pistool op weg naar het hoofdkantoor van de SDS op Kurfürstendamm 140. Toen hij daar aankwam, zag hij Rudi Dutschke net wegfietsen. Bachmann greep zijn wapen en schoot. Zijn slachtoffer zeeg bloedend neer, maar zou nog elf jaar leven voordat hij aan de gevolgen van de schietpartij overleed.

De studentenbeweging stelde de staat en de Springerpers in beschuldiging van de aanslag op hun voorman. De Bildzeitung zou Dutschke willens en wetens tot "volksvijand nr 1" hebben gebombardeerd. En dat was precies het zetje in de rug dat Bild-lezer Bachmann nodig had gehad om de trekker over te halen.

 Gedenksteen Dutschke. Afbeelding: Sterre Lindhout.Op de plek waar Dutschke ter aarde stortte ligt een bescheiden gedenksteen. Wie er niet naar op zoek is, zal het grijze plakkaat over het hoofd zien. Met Dutschkes dood in 1979, zo staat er op de steen, verloor de studentenbeweging een van haar kleurrijkste persoonlijkheden. Op de gevel tegenover de steen blinken felgekleurde radijzen en croissants. Waar toen de SDS huisde, zit nu een supermarkt.

Geschiedenis op straat?

De erfenis van 1968 is nog steeds niet onomstreden. In Kreuzberg wordt al twee jaar gediscussieerd over de vraag of er een straat naar Rudi Dutschke mag worden genoemd. De linkse krant de taz wil dat deel van de Kochstrasse dat uitkomt op de Springerstrasse, waar de uitgeverij nog steeds gevestigd is, naar de studentenleider noemen. Het merendeel van de bevolking is voor, de Berlijnse CDU is tegen. Zij zien Dutschke als een gewelddadige, antidemocratische oproerkraaier. Op dit moment wordt op een uitspraak van de rechter gewacht.

Veertig jaar na Vietnam, de blote communeleden en het schot op Dutschke zal een rechter beslissen over de erfenis van deze woelige jaren. Is geschiedenis beter af in de rechtbank dan op straat? Een fietstocht langs de brandpunten van 1968 doet je over dit soort vragen nadenken.

Schuin tegenover het Springergebouw zit overigens het taz-café. Ze schenken er lekkere koffie.

Sterre Lindhout is historica en woonde en werkte vorig jaar in Berlijn.

Afbeelidngen:
Tenzij anders vermeld: Duitslandweb
Rudi Duschke: W. Kohn/DHM

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

Lees meer over 'Berlijn':

Een andere 9 november

Een andere 9 november

9 november stond dit jaar in het teken van het geweld tegen Joden in 1938. De val van de Muur verdween naar de achtergrond, merkte columnist Merlijn Schoonenboom.


Lees meer

Een zeer Duits syndroom

Een zeer Duits syndroom

Columnist Merlijn Schoonenboom verdiept zich in het fenomeen van een verzonnen joodse identiteit.


Lees meer

De nieuwe Berlijnse tweedeling

De nieuwe Berlijnse tweedeling

De verkiezingsuitslag in Berlijn legde een nieuwe deling bloot in de hoofdstad, ziet columnist Merlijn Schoonenboom.


Lees meer

Architect wil Teufelsberg nieuw leven inblazen

Architect wil Teufelsberg nieuw leven inblazen

Een architect heeft plannen voor het oude afluisterstation bij Berlijn, dat vooral het terrein is van kunstenaars.


Lees meer


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger