Duitslandweb logo Duitslandweb

De Lezing: Speuren naar nazi's in Beierse kanselarij

Achtergrond - 28 juni 2018 - Auteur: Lynn Stroo

Na de Tweede Wereldoorlog werkten bij Duitse ministeries veel oud-nazi’s. De Nederlandse historicus Rick Tazelaar werkt mee aan een onderzoek naar het naziverleden van ambtenaren in Beieren. In de Zuid-Duitse deelstaat telde na de oorlog vooral of je Beierse bestuurservaring had en katholiek was. “Een ambtenaar met een naziverleden was veel minder erg dan een protestant uit Pruisen.” Vrijdag licht Tazelaar zijn onderzoek toe bij het Duitsland Instituut. 

De Lezing: Speuren naar nazi's in Beierse kanselarij
© wikimedai/cc
Palais Montgelas in Beieren, waar de Staatskanzlei in het Derde Rijk was gevestigd

Als promovendus onderzoekt u de erfenis van het nazisme bij hoge Beierse ambtenaren tussen 1945 en 1975. Hoe bent u daar als Nederlandse historicus terechtgekomen?

“Ik heb altijd belangstelling gehad voor de vraag; hoe ziet de overgang van een dictatuur naar een democratie eruit? Oftewel: wat bleef er over van de nazisporen bij mensen na de oorlog, toen het gewone leven weer verder ging? In mijn twee masterscripties komt dit ook aan bod. Toen er een promotieplek kwam bij het Institut für Zeitgeschichte in München heb ik direct gesolliciteerd, met succes. Sinds oktober 2016 ben ik onderdeel van het team dat omvangrijk onderzoek doet naar het naziverleden in Beieren. Het onderzoekstraject, dat loopt tot 2022, moet in totaal acht boekwerken opleveren.”

Eerder is er ook historisch onderzoek gedaan naar nazisporen bij functionarissen op belangrijke posten, zoals bij het Duitse ministerie van Justitie en Buitenlandse Zaken. Past dit onderzoek in die lijn?

“Ja in zekere zin wel, al is dit onderzoek specifiek gericht op de deelstaat Beieren. Maar opdrachtgever is het Beierse parlement, die financiert het ook. Er wordt breed onderzoek gedaan naar de verschillende departementen. Ik kijk alleen naar de Staatkanselarij (het belangrijkste bestuursapparaat van de Beierse minister-president – red). Dat was een instantie met een centrale en coördinerende functie. In hoeverre waren de ambtenaren die daar werkten belast met een nationaalsocialistisch verleden?”

Hoe onderzoek je dat?

“Door specifiek naar de personen te kijken. Door hun ogen beschrijf ik de geschiedenis. Vooral van de belangrijke ambtenaren is veel archiefmateriaal; sollicitatiebrieven, notities, beoordelingen. Ik probeer hun loopbaan in beeld te brengen. Welke bagage hadden ze voor ze op hun post terecht kwamen? Het doel van mijn onderzoek is niet om ‘nazi’s te tellen’ in het archief. Wat ik vooral interessant vind, is wat de ambtenaren deden vóór 1945, en wat ze daarvan meenamen in hun functie na de oorlog. Kan een nazi een democraat worden? Ik heb gezien dat het in veel gevallen lukte.”

Rick Tazelaar is historicus en werkt als promovendus mee aan het onderzoek 'Demokratische Kultur und NS-Vergangenheit. Politik, Personal, Prägungen in Bayern 1945-1975'. Hij is verbonden aan is het Institut Für Zeitgeschichte in München. Hij licht zijn onderzoek op 29 juni toe tijdens het Graduiertenkolleg van het Duitsland Instituut Amsterdam

Na de oorlog werd Duitsland door de vier geallieerde overwinnaars opgedeeld en behoorde Beieren tot de Amerikaanse bezettingszone. Ambtenaren en andere werknemers met een naziverleden werden toen toch massaal ontslagen?

“Klopt. In 1945 was er een ontslaggolf in Beieren. Er werd een scheiding gemaakt: iedereen die voor 1937 lid was geworden van de NSDAP werd bij voorbaat gewantrouwd en ontslagen. Mensen die daarna bij de partij waren gekomen kregen soms het voordeel van de twijfel. Zij konden onder druk lid zijn geworden, of hadden uit praktisch oogpunt hun carrière een boost willen geven.

Maar de Amerikanen kwamen binnen een aantal jaren terug op hun beslissing, want er waren te weinig geschikte ambtenaren te vinden. Steeds meer mensen die voor of tijdens de oorlog ambtenaar waren geweest, kwamen terug in overheidsfunctie. Dat werd ook mogelijk gemaakt door het 131er Gesetz; een wet die regelde dat alle ambtenaren die vanwege hun verleden waren ontslagen, weer aangenomen konden worden. In 1951 kwam de wet in uitvoering. De vraag in hoeverre ambtenaren een naziverleden hadden, verdween op de achtergrond. Mijn inschatting is dat mensen het ook geheim hielden. Het was lang niet algemeen bekend wat iemand had gedaan ten tijde van het Derde Rijk.”

Heeft u ambtenaren gevonden met nazimisdaden op hun kerfstok?

“Ja. Tijdens mijn archiefonderzoek kwam ik terecht bij een belangrijke ambtenaar met een leidinggevende functie. Vóór 1945 werkte hij bij een afdeling die had meegewerkt aan de financiële uitbuiting van Joden. Daar schrijft hij zelf over in een notitie. Direct na de oorlog werkt hij voor de Wiedergutmachungsabteilung van het financiële ministerie in München. Een wonderlijke draai natuurlijk. In de officiële registers staat hij niet genoteerd als NSDAP-lid. Ik heb ook zijn zoon gesproken, en die weet niks van een ‘fout’ verleden van zijn vader. Maar ik heb in andere bronnen gevonden dat hij in de jaren dertig uit de nationaalsocialistische partij is gegooid. Het zou in zijn loopbaan passen dat hij wel lid is geweest, maar ik ben nog bezig om dat helder te krijgen.”

Is het lastig om eventuele ‘nazibagage’ bij iemand vast te stellen?

“Ja, want het is maar de vraag wat je eronder verstaat. Ik maak daarom onderscheid tussen een ‘formeel’ en een ‘materieel’ naziverleden. Formeel betekent dat iemand officieel lid was van de NSDAP. Met materiaal bedoel ik mensen die zich schuldig maakten aan nazimisdaden, zoals het financieel uitbuiten van Joden, maar niet altijd partijlid waren. Een combinatie van beiden kan natuurlijk ook. Ik probeer ook verder te kijken dan 1945, of 1933. Misschien had iemand al antisemitische sympathieën vóór Hitler. Wat het lastig maakt, is dat ambtenaren het natuurlijk vaak stil hielden. Veel was gewoon niet bekend.”  

Dus kunt u stellen dat er na de oorlog nazi’s werkten bij het Staatskanselarij?

“Ik heb nog niemand gevonden die tot in zijn tenen overtuigd nazi was. Het aantal mensen bij de kanselarij dat lid was geweest van de NSDAP is ook gering. Er zijn wel meer mensen die iets op hun kerfstok hadden, zoals de ambtenaar die meewerkte aan de financiële uitbuiting van Joden. De nazi-vraag was ook niet het belangrijkste na de oorlog. Voor een hoge functie bij de kanselarij moest je vooral een man zijn met een sterke Beierse bestuurstraditie. En het liefst uit een katholiek nest. Het klimaat was: ‘We moeten de Beierse staat weer sterk maken’. Een ambtenaar met een naziverleden was veel minder erg dan een protestant uit Pruisen.” 

Reacties

Mrgalak - 13 juli 2018 10:35

Probeer je eens voor te stellen dat de Nederlandse overheid een Duitse historicus betaalt om onderzoek te doen naar misdaden begaan door Nederlandse ambtenaren en militairen in de kolonies, zoals Indonesië, of de Nederlandse ambtenaren tijdens de periode van de jodenvervolging. Dit toont het verschil in "Vergangenheitsbewältigung" tussen Nederland en Duitsland goed aan, denk ik.

Reageer
Maximaal 500 tekens toegestaan

Lees meer over 'Nationaal-socialisme':

Nazi-bouwwerk Prora in toeristisch jasje gestoken

Nazi-bouwwerk Prora in toeristisch jasje gestoken

Na decennia van leegstand en verpaupering is het megalomane nazi-bouwwerk op het Duitse eiland Rügen omgebouwd tot een luxe vakantieoord.


Lees meer

'Duitsland heeft thema dwangarbeid lang verwaarloosd'

'Duitsland heeft thema dwangarbeid lang verwaarloosd'

Miljoenen mensen werkten tijdens de oorlog onvrijwillig voor nazi-Duitsland. De verwerking daarvan duurt nog altijd voort.


Lees meer

De vermoorde componist

De vermoorde componist

Merlijn Schoonenboom stuit in Rostock bij toeval op de muziek van Dick Kattenburg, een Nederlandse componist die in Auschwitz is vermoord.


Lees meer

Tijdlijn 'Kriegsende' in Duitsland

Tijdlijn 'Kriegsende' in Duitsland

Wat gebeurde er in Duitsland in de tijd voor en na de ondergang van het nazi-regime in 1945?


Lees meer


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger