Duitsers zijn tegenwoordig prima of gewoon
Nieuwe onderzoeken naar Duitslandbeeld in Nederland

Achtergrond - 24 november 2005

(24 november 2005) Het beeld dat Nederlanders over Duitsers hebben wordt steeds positiever. Geldt dat ook voor jongeren? Een groep geografiestudenten uit Utrecht deed er onderzoek naar.

In augustus van dit jaar speelde het Nederlands elftal weer eens een voetbalwedstrijd tegen Duitsland. Dat blijft een beladen evenement. Talpa-presentator Jan-Joost van Gangelen gaf een oordeel over de Duitse bondscoach Jürgen Klinsmann: "een sympathieke Duitser, voorzover dat mogelijk is bij Duitsers". Voor het Bundesverdienstkreuz zal Van Gangelen niet in aanmerking komen, maar wellicht voor een eventueel bestaande clichéprijs. De stereotypen zijn bekend: Duitsers zijn luidruchtig, arrogant, hebben geen gevoel voor humor, winnen altijd in de laatste minuut en graven diepe kuilen op onze stranden.

Toen uit een onderzoek van Clingedael in 1993 bleek dat veel Nederlandse jongeren erg negatief over Duitsers dachten, leverde dat veel reacties op. Het moest maar eens afgelopen zijn met het negatieve Duitslandbeeld. Mede daarom kwam het Duitslandprogramma van het Ministerie van Onderwijs tot stand, dat onder meer tot doel had om goede informatie over Duitsland te verspreiden. Het zal niet alleen aan dit programma gelegen hebben, maar het is een feit dat uit onderzoek van de laatste jaren blijkt dat het Duitslandbeeld bij Nederlanders steeds positiever wordt.

Onderzoek

Dit wordt bevestigd door een recent leeronderzoek van Utrechtse geografiestudenten. Het gemiddelde rapportcijfer dat de Duitsers volgens dat onderzoek krijgen ligt met een 6,3 lager dan de Belgen (7,2) en het cijfer dat we onszelf toekennen (7), maar een stuk hoger dan de Fransen die met een 5,8 worden beoordeeld.

Aan ongeveer negenhonderd deelnemers is gevraagd om een spontane reactie te geven over Duitsers. Ongeveer een kwart vond Duitsers ‘prima’, of ‘gewoon’; 21 procent noemde hen ‘vriendelijk’. De overige antwoorden scoorden onder 7 procent. Bij eerder onderzoek in 1996, waarbij de hele Nederlandse bevolking is onderzocht, kwam ‘vriendelijk’ als eerste uit de bus, gevolgd door ‘schreeuwerig’ – toen 17, nu 5 procent – en ‘arrogant’ – toen 17, nu 3 procent.

Het overwegend positieve beeld blijkt ook uit de gevraagde reactie op bepaalde eigenschappen. We vinden Duitsers vooral gedisciplineerd, maar ook betrouwbaar, gezellig en vriendelijk. Ze hebben geen humor, maar zijn ook niet agressief. Er is onderzocht of het beeld in het aan de grens met Duitsland gelegen Twente afweek van de rest van Nederland: dat bleek niet het geval, al vonden Twentenaren de Duitsers iets arroganter dan de andere deelnemers. Uit vraaggesprekken bleek dat sommige Twentenaren zich ergeren aan de agressieve rijstijl van Duitsers, en de geringe bereidheid zich bij een bezoek aan Twente aan te passen wat betreft de taal.

Jongeren

Jongeren tussen zestien en negentien jaar denken het meest negatief over Duitsers. Van hen krijgen de Duitsers als cijfer slechts een 5,9. Dit negatieve beeld wordt bevestigd door een ander recent onderzoek. Nadine Onrust, eveneens student in Utrecht, ondervroeg iets meer dan zevenhonderd scholieren in het Nederlandse deel van de Euregio Enschede-Gronau. In een rangorde waarbinnen zij een rij landen moesten schikken eindigde Duitsland onderaan.

De meerderheid van de jongeren vond de Duitsers bovendien ‘trots op hun land’ en ‘overheersend’. Vier op de tien gelooft dat Duitsland oorlogszuchtig is en de wereld wil overheersen. Hoe kunnen we dit afwijkende beeld verklaren? Is er dan toch niets veranderd sinds 1993? Uit interviews met docenten is naar voren gekomen dat in het onderwijs erg veel aandacht wordt besteed aan de Tweede Wereldoorlog, en dat het beeld bij jongeren hierdoor waarschijnlijk wordt beïnvloed.

Opgeschoven

Op latere leeftijd en als daadwerkelijk contacten ontstaan met Duitsers, wordt het beeld in positieve zin bijgesteld. De jongeren die deelnamen aan het Clingendael-onderzoek van 1993 zijn immers ‘opgeschoven’ naar hogere leeftijdscategorieën in het Utrechtse onderzoek. De leeftijdsgroep van twintig- tot veertigjarigen geeft de Duitsers een 6,4, iets boven het gemiddelde.

In het algemeen geldt daarnaast dat meer contact met en meer reiservaring in Duitsland leidt tot een positiever beeld. Het lijkt er dan ook op dat het aanhoudend negatieve beeld bij jongeren bestreden kan worden door het contact te vergroten, bijvoorbeeld door het organiseren van studiereizen naar Duitsland. Berlijn blijkt erg populair bij jongeren en is een voor de hand liggende bestemming. Het is in ieder geval verstandig om in het lesprogramma ook de ‘andere’ kant van Duitsland en Duitsers te belichten.

Leo Paul is sociaal-geograaf aan de Universiteit van Utrecht.

Dit artikel verscheen eerder in uitgebreide vorm in het tijdschrift Geografie, nr. 9, nov/dec 2005.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger