Een nieuw begin
Müncheners begroeten joods gemeentecentrum

Achtergrond - 2 januari 2007

(2 januari 2007) Na bijna zeventig jaar is de joodse gemeente terug in het hart van München. Aan de Jakobsplatz is afgelopen jaar een van de grootste nieuw gebouwde synagoges van Europa ingewijd. Het aanpalend joods museum en gemeentecentrum openen dit voorjaar hun deuren. Nu al is de publieke belangstelling in München overweldigend.

Bovenal bevestigt de komst van een open, zichtbaar joods centrum midden in het stadshart dat de joodse gemeenschap nu definitief weer thuis is in München. "De koffers zijn uitgepakt," zo formuleerde gemeentevoorzitster Charlotte Knobloch, inmiddels presidente van de Zentralrat der deutschen Juden, het drie jaar geleden in haar toespraak bij de eerste-steenlegging. Op deze koffers is de joodse gemeente in München nog lang na de oorlog blijven zitten. Slechts 84 van de ongeveer 10.000 joden waren er in 1945 nog overgebleven in de stad, die de uitgangsbasis van de nationaal-socialistische beweging vormde. De anderen waren omgekomen, gevlucht of gedeporteerd. Wie zich na de oorlog als jood in München vestigde, was meestal op doorreis naar de V.S. of Palestina. De joodse gemeenschap beschouwde zichzelf dan ook als doorgeefluik en vestigde haar gebouwen in onopvallende, weinig representatieve achterhuizen: van een dialoog met de Müncheners was in die jaren geen sprake.

Heel geleidelijk kwam er verandering in die toestand. De grote omslag kwam in de jaren negentig, toen door immigratie vanuit de voormalige Sowjetunie het aantal joden in Duitsland verdrievoudigde. De joodse gemeente in München groeide in één klap uit tot de op een na grootste van de Bondsrepubliek en moest op zoek naar nieuwe ruimtes.

Kwetsbaar

Met het ontwerp van het Saarbrückense archtitektenbureau Wandel Hoefer Lorch koos de gemeente voor een groots opgezette, representatieve synagoge, die tegelijkertijd het provisorische, fragiele bestaan van het joods leven in de diaspora belichaamt: op een massieve, acht meter hoge stenen sokkel verrijst een twaalf meter hoge kubus van staal en glas, die een nomadentent symboliseert.

Voor de tweede keer in de geschiedenis verrijst een synagoge met de naam Ohel Jakob ("tent van Jakob") in Münchens stadscentrum. De eerste werd ingewijd in 1887, op een steenworp afstand van de huidige synagoge en op bevel van Hitler afgebroken in de zomer van 1938, nog vóór de georganiseerde vernieling van synagoges in heel Duitsland tijdens de zogeheten 'Reichskristallnacht'. Daarmee maakten de nazis een eind aan een bloeiperiode in de geschiedenis van de joodse gemeenschap in München, die invloedrijke figuren als de romancier Lion Feuchtwanger (1884-1958) en de eerste Beierse minister-president Kurt Eisner (1867-1919) voortbracht. Samen met de ook nu nog bekende Liebfrauenkirche bepaalden de torens van de synagoge het stadsbeeld.

Litteken

Met het joods centrum aan de Jakobsplatz heeft München er weer een nieuw herkenningsteken bijgekregen. Het projekt bedekt bovendien ook in stedenbouwkundig opzicht een oorlogslitteken: als een van de weinige plaatsen in de binnenstad was dit plein na de bombardementen niet opnieuw bebouwd.

Voor het eind van het jaar moeten een speeltuin, terrasjes en plantsoenen het autovrije plein uiteindelijk tot een aangename verblijfplaats maken. Naar het aantal bezoekers te oordelen, vinden veel Müncheners dit plan nu al geslaagd. Ook de 83-jarige meneer Neumann, in zijn jeugd nog Wehrmachtsoldaat, is blij met de nieuwe Jakobsplatz: "Dit is voor ons allemaal een nieuw begin."

Carina de Jonge is germaniste en promoveert in München.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger