Hete Duitse winter laat Europese bank zweten
ECB waarschuwt Duitsland voor te scherpe loonstijgingen

Achtergrond - 2 april 2008

(2 april 2008) Hoge looneisen, stakingen in de publieke sector en verkiezingswinsten voor Die Linke hebben deze winter voor vuurwerk gezorgd in Duitsland. De Europese Centrale Bank is bezorgd om de Duitse ontwikkelingen. Is dat terecht?

Afbeelding: yisris, www.flickr.com Ondanks een verzwakkende Europese economie heeft de Europese Centrale Bank deze maand opnieuw de rente niet verlaagd. Hoofdreden: de inflatie ligt ruim boven de door de ECB gehanteerde definitie van prijsstabiliteit. De bank vreest dat de huidige hoge inflatie zich zal vertalen in hogere lonen in de eurozone. Daarbij heeft de ECB vooral Duitsland in het achterhoofd, waar de roep om hogere lonen steeds luider wordt. Een zogenoemde loon-prijsspiraal, waarbij hogere lonen leiden tot hogere prijzen, die op hun beurt weer hogere lonen tot gevolg hebben, moet koste wat kost vermeden worden.

Duitsland heeft een lange periode van gematigde loonstijgingen achter de rug. Maar de laatste jaren zijn er steeds meer pogingen om aan deze Lohnzurückhaltung – het niet te snel laten stijgen van lonen oftewel loonmatiging – een eind te maken.

Guerilla-tactieken

De eisen van de vakbonden lijken dit jaar de pan uit te rijzen. Arbeiders in de staalindustrie hebben inmiddels een loonsverhoging van liefst 5 procent bedongen. De vakbond voor de publieke sector eist zelfs 8 procent meer loon ter compensatie voor het verlies aan koopkracht – de hoogste looneis sinds 1992.

De onderhandelingstactieken van de vakbonden nemen daarbij steeds meer guerrillavormen aan. Na de massale stakingen in het Duitse treinverkeer afgelopen november legden begin deze maand opnieuw duizenden werknemers in het openbaar vervoer het werk neer. Lufthansa zag zich gedwongen om uit voorzorg 142 vluchten te annuleren. In Hannover, waar ‘s werelds grootste computerbeurs CeBIT werd gehouden, lag het openbaar vervoer uren plat.

Concurrentiepositie

Maar moet de Europese bank nu echt bang zijn voor hoge loonstijgingen in Duitsland? Kijken we eerst naar de feiten: sinds 1998 zijn de loonakkoorden met minder dan 2 procent per jaar gestegen. De effectieve lonen, oftewel de daadwerkelijke lonen in de hele economie, zijn in diezelfde periode met slechts 1.1 procent gestegen.

Daar komt bij dat de inflatie in Duitsland gemiddeld zo’n 1.5 procent was en de reële stijging van de lonen dus zelfs negatief. Terwijl de Duitse loonkosten relatief gezien daalden, stegen ze in alle andere Europese landen.

Dit geeft aan dat de sociale partners een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het herstel van de Duitse concurrentiepositie. Door Lohnzurückhaltung heeft de Duitse economie zich weer terug kunnen prijzen in de internationale markten. De grote winst van marktaandelen, exporten en economische groei is grotendeels aan deze herstelde concurrentiepositie te danken.

Verlies aan koopkracht

Afbeelding: donaldtownsend, www.flickr.comDe prijs die Duitsland voor dit economisch succes heeft moeten betalen, was verlies aan binnenlandse koopkracht. Verdere loonstijgingen lijken dan ook onvermijdelijk. Maar is zo’n stijging ook echt schadelijk voor de economie en vormt het een gevaar voor de prijsstabiliteit in de eurozone?

Duitse werknemers zijn er tien jaar lang niet op vooruitgegaan. Voor hun verlies aan koopkracht willen ze nu gecompenseerd worden. Ze eisen eenvoudigweg hun aandeel op in de (deels) grote winsten van Duitse bedrijven.

Voor de Duitse economie snijdt het mes aan twee kanten: hogere lonen zouden de zo vurig gewenste boost voor de achterblijvende particuliere consumptie kunnen betekenen. Tegelijkertijd kunnen ze tot een achteruitgang van de Duitse concurrentiepositie leiden.

Krachtige Duitse consumptie is onontbeerlijk

De conclusie: de ECB moet naar de eurozone als geheel kijken en zich niet blind staren op Duitsland. Hogere Duitse lonen kunnen zich misschien vertalen in hogere inflatie voor de gehele eurozone. Maar de Europese economie heeft een gezonde Duitse private consumptie nodig. Als die te bereiken valt via hogere Duitse lonen, dan is het aan andere landen in de eurozone om het Duitse model te kopiëren van concurrentiekrachtherstel via Lohnzurückhaltung.

Loonpolitiek moet in ieder geval verschil maken tussen landen, regio’s en sectoren en moet rekening houden met onderscheid in productiviteits- en concurrentiepositieontwikkelingen. Wat de eurozone op dit moment dan ook het allermeeste nodig heeft, is minder discussie in economische dogma's.

Carsten Brzeski is senior economist bij ABN AMRO.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger