Duitslandweb logo Duitslandweb

Bommen Berend in de vangrail
Wandelen langs de grens, etappe 5

Achtergrond - 24 augustus 2021 - Auteur: Ingrid Bosman

Door de coronapandemie is de grens tussen Duitsland en Nederland ineens helemaal terug. Hoe beleven inwoners aan weerszijden dat? Journalist Ingrid Bosman nam de proef op de som en wandelde langs de grens, van Grasdorf naar Gronau. Vandaag etappe 5: over de trots van een smokkeldorp, het verdriet van een visparkbeheerder en de zonnige toekomst van een grenssteen.

Soms verplaatst de grens zich met mensen mee. Neem horeca-ondernemer Lucién Game, die na een leven in grensdorp Overdinkel met zijn gezin een nieuwe start maakte in Losser. Dezelfde gemeente, Duitsland nog steeds in de achtertuin, maar toch een andere wereld dan zijn geboortegrond. Waar de grens de mensen ongeveer in het bloed zit.

Dat geldt zeker voor Game, jarenlang drijvende kracht achter het smokkelmuseum in Overdinkel. Tot dat in 2012 door een brand werd verwoest, samen met het bijbehorende restaurant. Twee jaar geleden openden de Games hun gloednieuwe buitenplaats Dijk 59 net buiten Losser. De Duitse gasten waren bij het uitbreken van de coronapandemie niet de eerste zorg, al vormen ze ‘een redelijk deel’ van het klantenbestand, zoals Game verklaart. “Ze keren nu langzaam terug. Mondjesmaat, want de voorzichtigheid zit er wel in.” De grens terug? Met een licht schouderophalen: “We zijn nog net zoveel buren als voor corona, maar de mate waar in we bij elkaar over de vloer komen hangt nu af van kleurcodes.”

Het decor van wat Lucién Game zijn ‘bijzondere relatie met de grens’ noemt is en blijft voor hem  Overdinkel, waar smokkelwaar lang het grensverkeer bepaalde. Alsof hij er nooit is vertrokken vertelt de ondernemer over de nieuwste initiatieven om het profiel van smokkeldorp aan te scherpen. “Afgelopen week is net de nieuwe smokkelfilm in première gegaan, een professionele productie in de stijl van Het Klokhuis.” Er zijn zelfs alweer plannen voor een nieuw museum.

Het vorige werd door Lucién Game en zijn vader uit de grond gestampt toen bleek dat Overdinkel een witte vlek was op de route van de grensoverschrijdende Landesgartenschau LAGA die in 2003 in Losser en Gronau werd gehouden. Met het roemruchte smokkelverleden als dankbaar uitgangspunt werd in samenwerking met de gemeente en de douane een nieuwe afdeling toegevoegd aan het textielmuseum dat de Games al hadden opgebouwd rondom de privécollectie van grootvader. Daarmee kwamen twee hoofdlijnen uit de geschiedenis van Overdinkel samen, want het dorp dankt zijn ontwikkeling aan de toestroom van textielarbeiders die eind negentiende eeuw in de fabrieken in het Duitse Gronau gingen werken.

Niet louter romantisch

Mocht dat nieuwe museum er komen, dan gaat het Grensstreekmuseum heten, is nu het plan. Met ook een neutralere klank. Wat daarvan het voordeel is weet Rene Weggen van de stichting Bruisend Overdinkel. Hij komt aanwandelen voor een afspraak met Lucién Game, die als adviseur aan de stichting is verbonden. Subsidiegevers zijn bijvoorbeeld nog wel eens huiverig vanwege hun associatie met criminele activiteiten, vertelt Weggen, werkzaam in het onderwijs. “Terwijl het hier natuurlijk niet draait om mensenhandel, wapen- of drugssmokkel.”

Al blijven zulke hedendaagse uitwassen niet onbesproken, en wordt ook de smokkelhistorie van Overdinkel niet louter van de romantische kant belicht. Weggen: “Het zogenaamde kat- en muisspel tussen smokkelaars en kommiezen was niet altijd zo onschuldig als het klinkt. Er kwam geweld aan te pas en er zijn doden bij gevallen.” Des te meer voelen de huidige inwoners zich door die verhalen verbonden, zoals Game en Weggen beweren. “Het hele dorp staat er achter.” Geen wonder dat het smokkelassortiment in winkels ondertussen variëert van worst en jam tot bier en olie. Het Duitse publiek behoort nadrukkelijk tot de doelgroep van Bruisend Overdinkel en zal na corona zeker terugkeren, weten de heren zeker. Ook de film krijgt nog een Duitstalige versie. “Maar we gaan niet nasynchroniseren, haha.”

‘Het was rampzalig’

Op het parkeerterrein pal naast het restaurant overheersen doorgaans al Duitse kentekens, maar nu even niet. Hier exploiteert Michael Steinbrink uit Gildehaus zijn Angelpark Losser. De vier forellenbassins trekken vooral Duitse hengelaars, tot uit Dortmund en Keulen aan toe. Het zijn er gauw 50 tot 60 per week, maar de laatste tijd soms maar tien. Op deze druilerige donderdag hebben vier hengelaars hun Köder (aas) uitgeworpen.  

Michael Steinbrink van Angelpark LosserDe ondernemer ziet de bui met de jongste inreisbeperkingen alweer hangen. Want ook wanneer die geen gevolgen hebben voor een dagtripje, deinzen zijn landgenoten snel terug, is zijn ervaring. “Omdat ze toch bang zijn dat ze in quarantaine moeten. Daarom heb ik de boel hier het afgelopen jaar bij tijd en wijle ook gesloten gehad, terwijl het niet hoefde. Het was rampzalig.”
Het scheelt, zegt hij, dat de zomer sowieso een wat rustiger tijd is op het terrein, waar een belangrijke attractie volgens Steinbrink schuilt in het concept: “Op veel plekken geldt catch and release. Hier mogen mensen meenemen waarvoor ze betaald hebben.” Hij kent de bezwaren, reageert bij voorbaat: “Als je forellen van de haak haalt en terugzet terwijl ze ook maar het kleinste beetje bloeden, dan gaan ze alsnog dood.”

Kort door de bocht geformuleerd biedt hij de viswinkel, “maar dan met het plezier van de vangst erbij.” Waarbij Duitse vissers geneigd zijn het serieuzer te nemen dan Nederlanders, is de indruk van Steinbrink. “Die gaan na een uurtje met een handvol vissen naar huis. Ze komen vooral voor de ontspanning. Veel Duitsers gaan rustig door tot twintig of zelfs dertig.”

Vechten om Duitse villa

In de vestiging van Tourist Info Losser, ondergebracht in een verhuurbedrijf voor e-bikes, worden ook nog steeds minder Duitse bezoekers gesignaleerd dan normaal. “Ze zijn blijkbaar voorzichtig”, zegt Rochelle Teussingh. Zelf gaat ze weer met een gerust hart de andere kant op voor boodschappen, al was het ook niet erg, zegt ze, toen dat even niet kon. “Ik heb een Duits schoonzusje, voor haar was het allemaal veel moeilijker. Zij kon haar familie niet zien.”

Dat risico vormt voor Nederlanders met plannen om naar Duitsland te verhuizen blijkbaar geen drempel. Makelaardij Weusthuis haalde in mei het nieuws met een extreem grote belangstelling voor een villa met zwembad in Itterbeck, een paar kilometer over de grens bij Tubbergen. Vraagprijs: 359.000 euro. Vooral Nederlandse aspirant-kopers stonden met tientallen in de rij. Een medewerkster van de Losserse vestiging verwijst voor informatie door naar het filiaal in Denekamp, geleid door Bart Bulter, al 25 jaar (ook) actief op de Duitse woningmarkt.

Daar neemt de Nederlandse activiteit in rap tempo toe, meldt de makelaar aan de telefoon. “Van de tien Duitse huizen gingen er een jaar geleden een of twee naar Nederlandse kopers, nu is het de helft”, schetst hij. Zo straalt de hitte van de Nederlandse huizenmarkt af op die in het Duitse grensgebied, waar de prijzen ook stijgen maar nog altijd flink lager liggen. Als de coronapandemie al een rol speelt bij de verhoogde Nederlandse interesse is het hooguit indirect, denkt Bulter. Bijvoorbeeld wanneer kopers uit de grote steden met de ervaringen van het thuiswerken hun blik naar het oosten richten, en dan ook de mogelijkheden over de grens ontdekken.

Voor hemzelf en de kijkers waren de maatregelen in het grensverkeer de afgelopen tijd niet meer dan omslachtig, verklaart Bulter, die zich voordat hij was gevaccineerd soms een paar keer per week moest laten testen. Ook wanneer de coronabeperkingen aanhouden zullen emigranten zich niet laten tegenhouden, verwacht hij. Dan zijn andere verschillen een groter struikelblok. “De wetgeving in Duitsland is echt compleet anders. En niet alleen qua wonen, ook als het gaat om pensioenen, kinderen, sociale verzekeringen. Dat wordt nog vaak onderschat.”

‘Je wilt geen trammelant’

Voor Ben en Annie van Lochem was de grens zo goed als opgelost, maar is ze sinds de coronapandemie weer ‘nadrukkelijk aanwezig’, constateren ze, wandelend aan de rand van hun woonplaats Losser. Niet zozeer voor hen persoonlijk, want ze komen er eigenlijk alleen om te tanken, of wanneer een fietstocht of wandeling ze aan de Duitse kant brengt. Wat in Losser snel het geval is, en soms ook voordat je het in de gaten hebt. Van Lochem: “Dat is ons in het begin van de coronatijd nog weleens overkomen.” Lachend: “En dan betrap je jezelf erop dat je gaat nadenken over een smoes, voor het geval je wordt aangehouden.” Het was ook niet zozeer uit angst voor besmetting dat ze verder niet die kant op zijn gegaan, vertelt zijn vrouw. “Je wilt gewoon geen trammelant.”

Ze hebben Duitse vrienden, vertellen ze, vier stellen, ook vlakbij in Lingen. De contacten dateren uit de tijd dat Van Lochem als Losserse gemeenteambtenaar een werkgelegenheidsproject hielp opzetten voor de restauratie van het historische Erve Kraesgenberg. Dankzij de samenwerking met onder meer het Duitse Emsbüren “gingen de vleespotten van het Europees Sociaal Fonds open”. Tot een deuk in de betrekkingen in het grensgebied zal de ‘tijdelijke blokkade’ vanwege corona niet leiden, verwacht het echtpaar. In de persoonlijke sfeer of in groter verband: “Vrienden blijven vrienden.”

Modder en kniehoog gras

Buiten Losser herinnert de Drielandweg in naam aan de tijd dat het hier minder vreedzaam toeging. Met in een hoofdrol Christoph Bernhard von Galen, de vorstbisschop van Münster, bijgenaamd Bommen Berend. In 1665 viel hij voor het eerst Overijssel en daarmee de nog jonge Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden binnen. Volgens de overlevering inspecteerde hij in deze (Overdinkelse) contreien zijn troepen, voordat die met veel geweld Losser binnentrokken.

Drilandsteen. Foto: Ingrid BosmanEen tastbaar spoor van Bommen Berend - in de vorm van zijn titel en het wapen van het bisdom in Bentheimer zandsteen - is nog te vinden aan het einde van de Drielandweg. Daar staat al sinds 1659 de Drilandsteen, de grenssteen waar destijds het territorium van Bommen Berend aan dat van Overijssel en het graafschap Bentheim raakte. Later scheidde dit punt de Nederlanden van de toenmalige koninkrijken Pruisen en Hannover, en nu sta je er op de grens van Nederland en de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. 

Onder liefhebbers geldt de driekantige zuil als hoogtepunt in de markering van de Duits-Nederlandse grens, maar zo staat -ie er niet bij, weggedrukt tegen de vangrail van een drukke weg. De enige veilige route naar een historische sensatie leidt vanaf de Drielandweg door modder en kniehoog gras. Comfortabeler is de gang naar een replica op de parkeerplaats van hotel Driland, aan de overkant van de weg.

Plannen om het origineel als ‘het Twentse Vaals’ beter zichtbaar en bereikbaar te maken liepen eerder op niets uit. De hoop is nu gevestigd op de deal die de gemeente Losser heeft gesloten met het bedrijf dat langs de Drielandweg een enorm zonnepark aanlegt. De exploitant moet bijdragen aan het toegankelijk maken van de grenssteen.

Bovendien overlegt Losser opnieuw met buurtgemeenten Gronau en Bad Bentheim over een andere oude wens: een oversteekpunt op deze plek. Vorige zomer lieten de burgemeesters Rainer Doetkotte (Gronau), Cia Kroon (Losser) en Volker Pannen (Bad Bentheim) zich daar nog  fotograferen, om de verbondenheid in tijden van corona te demonstreren. Een klein pr-offensief als tegenwicht voor de weerbarstige praktijk van de beperkende maatregelen.  

Bij de replica staat het in een bordje gegraveerd als een constatering, maar in feite blijft het een opdracht: dat de Drilandsteen een symbool is voor het overwinnen van grenzen in Europa. Wat nog iets anders is dan ze domweg negeren. In hotel Driland komt een Nederlandse gast zonder het voorgeschreven mondkapje uit de toiletten.

 

Voor deze serie wandelde Ingrid Bosman van 6 tot 16 juli 2021 door het Nederlands-Duitse grensgebied. Deze productie is mede mogelijk gemaakt door het Matchingfonds Freelance Journalisten.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

Lees meer:

Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’

Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’

Een ruk naar rechts, een politieke aardbeving: Duitse media reageren gealarmeerd op de PVV-verkiezingswinst in Nederland.


Lees meer

Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees

Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees

Bij Duitsers wekken vooral de BBB en Omtzigt verbazing, merkt Jacco Pekelder van het Zentrum für Niederlande-Studien.


Lees meer

Overvloed en onbehagen

Overvloed en onbehagen

Merlijn Schoonenboom verbaast zich in Amsterdam over twintigers op prijzige designer e-bikes. In Berlijn ziet hij veel meer sjofelheid. Een groot verschil in de omgang met luxe.


Lees meer

Nederlandse en Duitse studenten zingen samen

Nederlandse en Duitse studenten zingen samen

Een gelegenheidskoor van driehonderd musici uit Keulen en Utrecht treedt in beide Domsteden op met werken van Brahms en Strauss.


Lees meer


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger