De wil is er, nu het kunnen nog
Opinie

Achtergrond - 22 mei 2006

(23 mei 2006) Sinds de referenda over het grondwettelijk verdrag in Frankrijk en Nederland bijna een jaar geleden stokt de broodnodige hervorming van de Europese Unie. Toute l’Europe heeft nu haar hoop gevestigd op Angela Merkel. Iedereen verwacht van haar dat zij de Europese zaak weer schwung geeft. Het is nog maar de vraag of die hoop gerechtvaardigd is.

De kwestie is tweeledig: wíl Merkel een voortrekker van Europa zijn en kán ze het ook? Of ze het wil kan worden afgeleid uit haar functie en uit haar uitspraken. Dat Merkel een leidersrol in Europa ambieert, ligt eigenlijk in de aard van haar functie besloten. Als bondskanselier is ze immers de leider van de grootste Europese economische macht die ook nog eens midden op het continent ligt. De andere staten gaan er vanuit dat Duitsland een sleutelpositie in Europese besluitvormingsprocessen inneemt en daarin een beslissend woord wil spreken.

Sinds het einde van de Koude Oorlog wordt Duitsland door de meeste buitenlandse partners regelrecht aangemoedigd om zo’n leidende rol op zich te nemen. De lange traditie van multilateraal, constructief en relatief bescheiden optreden, die de Bondsrepubliek in de afgelopen zestig jaar heeft gevestigd, heeft de oude vrees voor het land bij de meeste Europeanen weggenomen.

Die situatie brengt met zich mee dat in de Europese Raad alle ogen gericht zijn op de bondskanselier. Andere lidstaten, de kleinere en vaak ook de grotere, neigen ernaar hun positie te laten afhangen van de woorden en daden van de Duitse regeringsleider. Hoe eervol al die aandacht en al die potentiële invloed ook is, de situatie schept natuurlijk ook verwachtingen. Of beter: verplichtingen. Wil een bondskanselier zijn internationale gezag kunnen vestigen en behouden, dan moet hij het voortouw nemen in Europa. Ook in dit opzicht dringt de inhoud van haar functie Merkel tot initiatieven op het Europese vlak.

Binnenland

Daar komt nog bij dat de Europese rol ook binnenslands een belangrijke bron van gezag en invloed voor de bondskanselier kan zijn. Tot nu toe straalde succes van Duitse regeringsleiders op het Europese toneel altijd door op de bühne in Berlijn. Helmut Kohl kon vooral na de Duitse eenwording enorm profiteren van zijn Europese statuur en ook Gerhard Schröder scoorde met Brusselse succesjes punten op het thuisfront.

Het verschil was wel dat de eerste er in de regel vanuit ging dat Duitslands belang het meest gediend was met een Europese politiek, terwijl de tweede steeds sprak van de Duitse nationale belangen. Daarmee maakte hij zich in Europa onbemind en ook veel Duitsers hadden het gevoel dat er iets niet in de haak was. Het neemt niet weg dat er sprake is van een binnenlands effect van de Europee rol van de bondskanselier. Ook dat is een reden te verwachten dat Merkel vroeg of laat het initiatief naar zich toe zal trekken in het debat over de hervorming van de EU.

Dat heeft ze inmiddels zelfs aangekondigd. Op 11 mei 2006 sprak Merkel op uitnodiging van de Bondsdag een regeringsverklaring uit over Europa. Enerzijds temperde de bondskanselier daarin de overdreven verwachtingen. Ze waarschuwde voor overijlde besluiten; de discussie was nog niet ver genoeg om oplossingen aan te dragen. Anderzijds belette haar dat niet een Berlijns initiatief aan te kondigen, op zijn laatst tijdens het Duitse voorzitterschap van de Europese Raad in de eerste helft van 2007. Door haar toespraak is gebleken dat Merkel ook de positieve wil bezit in Europa een voortrekkersrol te vervullen.

Optimisme

Blijft de vraag of ze die rol ook kán vervullen. Het antwoord op die vraag kan blijken uit de Europese context waarin Merkel opereert en de inhoud of richting van haar aangekondigde initiatief. De context geeft geen aanleiding tot optimisme. In opinieblad Die Zeit schetste Bernd Ulrich de situatie trefzeker door Merkel voor te stellen als een “relatieve reuzin” die, de eigen kracht ten spijt, door de zwakte van haar politieke partners in Duitsland en Europa (voorlopig) niet veel zal kunnen bewerkstelligen.

Binnen de Berlijnse regeringscoalitie wordt ze onder meer gehinderd door een nog immer aangeslagen SPD en een nerveuze CSU. Op het EU-front heeft ze met de algehele benauwenis voor het electoraat te maken die vrijwel alle politici in een verlammende greep houdt. Bovendien zijn de leiders van drie andere grote lidstaten, Frankrijk, Engeland en Polen op weg naar de uitgang of wel niet meer voor rede vatbaar (dan wel beide). Zonder constructieve bijdragen van en of meer van deze partners, is elk initiatief van de bondskanselier tot mislukken gedoemd.

Inhoud

Naar de inhoud van het initiatief is het nog goeddeels gissen, maar in haar speech lichtte Merkel natuurlijk wel een tip van de sluier op. Duidelijk werd dat haar rede kan worden gezien als onderdeel van een Europabrede campagne om de hervormingsagenda toch weer op te vatten.

Europese Commissievoorzitter José Manuel Barroso was niet de enige die begin mei een poging waagde om Europa weer op de agenda te zetten. De Commissie kondigde aan met concrete projecten te proberen het vertrouwen van de burgers weer te winnen. Het gaat om populistische zoetjes als de verlaging van tarieven bij grensoverschrijdend telefoonverkeer en het terugdringen van de bureaucratie. Ook krachtiger samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding hoort daar bij, aldus Barroso.

De inhoudelijke suggesties die Merkel deed, zonder zich daarop vast te leggen, vertoonden duidelijke overeenkomsten met die plannen van de Commissie. Zij erkende eveneens hardop dat veel burgers kritiek hebben op de gedetailleerde regelingen en zich afvragen of Europa de toekomstproblemen wel kan oplossen. Ook zij verklaarde dat kwesties van binnenlandse veiligheid en juridisch beleid meer “Vereinheitlichung” vergden. Europa diende hier dus meer uniforme regelingen en meer bevoegdheden te krijgen, ten koste van de rechtsstatelijke soevereiniteit van de lidstaten.

Meer bevoegdheden

Wie even stilstaat bij dit laatste punt, wordt overvallen door twijfel. Meer bevoegdheden naar Europa? Is dát wat de burgers in Nederland en Frankrijk voor ogen stond toen een meerderheid van de deelnemers aan de referenda daar ‘nee’ stemden? Was juist niet een van de problemen van het grondwettelijk verdrag dat daaraan juist het imago kleefde dat er zoveel macht naar Brussel ging? Dat Merkel dit als speerpunt identificeert van een campagne om het gestrande Europese schip weer vlot te trekken, roept twijfel op over haar vermogen om met succes een voortrekkersrol te vervullen.

Misschien zijn er goede redenen om de Europese integratie op dit vlak nog eens een impuls te geven, maar het heeft de schijn tegen. Politici (in Duitsland en elders) tamboereren vaker op de veiligheid van de burgers om het vertrouwen in de politiek op te vijzelen, zonder dat dit overigens altijd het beoogde effect heeft. In ieder geval vraagt het brede wantrouwen in politici en instituties, in de eerste plaats in die van Europa, niet om dergelijke middelen uit de politieke trukendoos.

Zolang Merkel niet met betere suggesties komt, blijft de waarde van het door haar aangekondigde initiatief zeer kwestieus. Vooralsnog moet de hier gestelde vraag daarom met een tweede vraag beantwoord worden. Merkel, voortrekker van Europa? Ze wil het misschien wel, maar heeft ze het in zich?

Jacco Pekelder is onderzoekscoördinator bij het Duitsland Instituut Amsterdam.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger