"Een metropool zonder 'hyperige sfeer"

Achtergrond - 1 februari 2002

Noem Berlijn in een adem met kunst en de doorsnee bezoeker denkt aan de klassiekers Brecht, Marlene (Dietrich natuurlijk) en de Museumsinsel in de Spree. Berlijn blijkt echter ook als een magneet te werken op jonge kunstenaars. Van overal ter wereld trekken ze naar de Duitse hoofdstad om zich voor korte of langere tijd te settelen in de oude arbeiderswijken Prenzlauer Berg, Friedrichshain, Mitte en Kreuzberg.

Vier Nederlandse kunstenaars die Berlijn als uitvalsbasis gebruiken, zochten we op. Aan hen de vraag: wat maakt de overstap naar de Berlijnse kunstscene zo aantrekkelijk? Tentoonstellingsmaker Waling Boers die in 1997 Amsterdam inruilde voor Berlijn, geeft alvast de aftrap.

Waling Boers zit met zijn BüroFriedrich, een centrum voor internationale kunstenaars, aan de rand van de wijk Mitte. Daar ontwikkelt zich de laatste maanden het zoveelste nieuwe kunstenaarskwartier onder de Jannowitzbrücke. De Nederlander stelt exposities samen die zich bewegen op het snijvlak van kunst, wetenschap en politiek. Beeldende kunst, maar altijd in relatie met iets anders. Dat kan popmuziek zijn, webdesign of mode, zolang het maar actuele kunst is. Samen met Saskia Bos, directeur van Stichting de Appel voor Moderne Kunst in Amsterdam, was Boers vorig jaar curator van de Berlin Kunst Biennale.

Boers kan moeiteloos de voordelen opsommen van een atelier in de Duitse hoofdstad. De nieuwe generatie komt toch hierheen om dezelfde redenen, zo schat ik, als ik destijds. Ik heb voor Berlijn gekozen en niet voor Amsterdam vanwege de levendigheid. Mensen zijn nieuwsgierig, open. Collega's tref je vrij gemakkelijk, iedereen komt langs. En een praktisch voordeel: de huren en het levensonderhoud zijn laag, dat blijft altijd prettig.

Boers zegt daarnaast liever in Berlijn te werken omdat wat hij doet meer reacties losmaakt. Zijn werk wordt gerecenseerd. Dat heeft hij in Nederland altijd gemist. Cultuur is in Duitsland een vormend beginsel. Kranten gaan veel serieuzer met kunst om. Er wordt echt gediscussieerd. De kunstpagina in Duitse kranten is geen kinderbadje voor journalisten, zoals bij het NRC en de Volkskrant.

Wat de aantrekkingskracht van de stad absoluut verhoogt, is volgens de Amsterdammer het grote galerieaanbod. De kunstscene is nog niet zo, wat ik noem, doorgearticuleerd. Natuurlijk is er in de afgelopen twaalf jaar establishment bijgekomen. Maar daarnaast is het galerieaanbod in de laatste jaren ook verdrie-, verviervoudigd. Er is veel onderscheid. Dus ook veel kansen voor jonge kunstenaars om hun werk te laten zien.

Iris van Dongen (1975, Den Bosch)

Een van de voordelen van het wonen in de wijk Kreuzberg kan van Dongen meteen al geven: voor de deur van het huizenblok waar ze een eenkamerwoning huurt, is s zaterdags de Türkenmarkt. In het zogenaamde Duitse Istanboel heeft de Brabantse alles wat ze nodig heeft onder handbereik. Behalve kaas, brood en specerijen, zit op de hoek van het Maybachufer 'haar' winkel voor schilderbenodigdheden. Nu nog een kachel die haar woning goed warm krijgt, en het leven is volmaakt. Maar in klagen heeft ze geen zin. De huurwoning is bijna geen geld in vergelijking met Nederlandse huizen. Zolang de woningbouwvereniging niets aan de flat verbetert, hoeft ze bovendien geen huurverhoging te betalen. Wat zou je dan zeuren, vraagt ze retorisch. Ander voordeel van Berlijn volgens Iris: als je wil kan je in Berlijn feesten tot je erbij neervalt. In het begin deed ik dat dan ook. Ging ik op elke flyer af. Nu heb ik het wel een beetje gezien, op de Gothicpartys na dan. Ik blijf meer in de buurt van de Mariannenplatz, waar veel kunstenaars en studenten wonen." 

De kou in haar woning annex atelier hindert Van Dongen niet om haar hoge productie voort te zetten. Vijf jaar na haar afstuderen aan de Academie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch heeft ze al tientallen exposities op haar naam staan. Alle kansen grijpt ze aan om haar werk aan het publiek te laten zien. Zo werkte ze bijvoorbeeld mee aan de KunstRai "99. Ook internationaal zijn haar schilderijen te zien geweest in bijvoorbeeld Hongarije en Londen. Sinds Van Dongen een atelier heeft in de Duitse hoofdstad heeft ze geëxposeerd in galerie Neues Problem in stadswijk Mitte, hartje Berlijn. In maart van dit jaar is de beeldend kunstenares deelnemer aan een kunstproject rond de Haagse Hofvijver.

In Duitsland zijn ze dol op abstract, symboliek en fotografie. Kijk om je heen en je weet dat ik me hier goed voel. Dat wil zeggen, inmiddels. Eerlijk gezegd greep Berlijn mij eerst naar de keel. Dat verleden: zoveel symbolen voor wat we bestempelen als 'Het Kwaad'. Mijn werk draait om tegenstellingen. In een tekening probeer ik tegelijkertijd schoonheid en lelijkheid te vangen, goed en kwaad. Het leven is immers allebei.

Sinds Van Dongen in Berlijn is neergestreken, af en aan al weer zo'n twee jaar, is de thematiek in haar werk niet veranderd. Ze is nog steeds in de ban van de vergankelijkheid en alles wat daardoor wordt aangetast. De levensgrote schilderijen van Van Dongen zijn te typeren als magisch-realistisch. Niet voor niets noemt ze Gustav Klimt en Egon Schiele als belangrijke inspiratiebronnen. In haar schilderijen, tekeningen, etsen en litho's overheersen de vrouwenfiguren. Ze dromen, verlangen, nemen je op vanuit hun plekje aan de muur. De dood ligt echter altijd op de loer. Terwijl de toeschouwer de vrouwelijke portretten in de gaten houdt, sluipen de geesten naderbij.

De thema"s zijn misschien onveranderd, Van Dongen concludeert wel dat ze steeds meer middelen gebruikt voor haar expressie. In haar laatste Berlijn-periode is ze gegrepen door fotografie. Regelmatig struint ze de vele Trödelläden en antiekzaakjes in de buurt af op zoek naar foto"s die zijn genomen in het Wilhelminische Duitsland, aan het begin van de vorige eeuw. Ze haalt er een van haar laatste werken bij. Op het origineel: moeder en dochter die poseren in Victoriaanse dracht. Van de vrouwen is na uitvergroting en bewerking weinig over. Van Dongen heeft de vrouwen laten verdwijnen. Ze zijn opgaan in de achtergrond in een vloeiende beweging.

Marc Bijl (1970, Leerdam)

Actie en reactie: daar draait het om in het werk van Bijl. Hij is steeds op zoek naar de confrontatie met de toeschouwer, bij voorkeur in het alledaagse. Voor Bijl is in feite alles politiek, maar alles is ook kunst. In zijn uiteenlopende en veelzijdige performances schuiven die twee begrippen over elkaar heen. Met zijn objecten, doeken, performances, foto"s en installaties wil hij een statement afgeven, vluchtig als een politieke cartoon. Hij exposeerde onder andere op de Kunstvlaai 1999 en in het Van Abbemuseum in Eindhoven.

De voornaamste reden dat Bijl nu voor het tweede jaar in Berlijn zit, is omdat in de stad het (politieke) conflict op straat ligt. Een van de veelgehoorde clichés over Duitsers is wat hem betreft dus waar: de betrokkenheid bij wat er gebeurt in de samenleving ís groter. Je merkt gewoon in Berlijn dat kunst en politiek veel meer met elkaar zijn verweven. En dat er over allebei veel wordt gediscussieerd. Daardoor komen de tegenstellingen veel sneller aan de oppervlakte. In Nederland vinden 'ze' alles best, dan ben je als kunstenaar snel uitgeluld, concludeert Bijl.   

De performer vindt zijn inspiratie vooral in de openbare ruimte, de plek die van iedereen is en waar iedereen zich iets van aan zou moeten trekken, naar zijn mening. Bijl haalt een 'lijst met regels' te voorschijn die maar een ding van de toeschouwer verlangen: doe in deze ruimte wat jezelf wil. De kunstenaar maakte het reglement als protest tegen de leefregels die multinational Sony opstelde voor zijn entertainmentcomplex op de Potsdamer Platz. Vervolgens verspreidde hij de alternatieve regels voor iedereen zichtbaar op het plein dat de stad in zijn ogen voor een appel en een ei heeft verpatst. Bijl trok ook op een speelse manier de aandacht toen hij overal in de stad gratis reclame maakte voor zichzelf en vriend Steffen Maas. Op een idee gebracht door de borden bij de talloze bouwputten die Berlijn nog steeds telt, bevestigde hij eigenhandig zijn naam bij de lijst van de bouwers: "Kunst und Design Marc Bijl". Toen de gimmick uiteindelijk werd ontdekt, leverde hem dat nog meer publiciteit en een opdracht op.

In een ander werk dat Bijl in Berlijn maakte gaat het om de grote behoefte van Duitsers om te gedenken. Die worsteling die zij hebben met hun verleden is voor ons vreemd om te zien. Om de haverklap komt er weer een nieuw herdenkingsmonument bij. Je loopt hier echt, zoals Mulisch het zegt, tot aan je knieën in de geschiedenis, zegt Bijl. Het bracht hem ertoe om bij de jubileumviering van de val van De Muur in 1999, een Denkmal neer te zetten ter ere van oud-kanselier Helmut Kohl. Dit was een regelrechte provocatie: de Eenheidskanselier was namelijk niet eens welkom op het feest vanwege zijn rol in de zwartgeldaffaire van zijn partij, de CDU. De actie slaagde: binnen drie dagen was er op het monument toegevoegd dat er een Konto, een rekening zou worden geopend voor de financiën van de gevallen politicus. Een onbekende had gereageerd.

Momenteel werkt Bijl aan een persoonlijke editie van Flash Art,een gerenommeerd Amerikaans kunsttijdschrift. Het moet een verwarrend boek worden met echte interviews met onder andere de provocerende Duitse kunstenaar Haacke, en minder echte kanten. Het onderscheidingsvermogen is aan de lezer. Zijn final words: "Wat ik ook doe, ik ben geen beroepsdemonstrant, ik blijf een toeschouwer. Kritisch zijn, dat is wat ik probeer vanuit een basicgevoel. En als het af is, heb ik mijn zegje gedaan."

Vanessa Jane Phaff (1965, Tarleton, Groot-Brittannië)

Waar krijg je nou de kans om te werken met een park voor de deur? , zegt Phaff, nog voor ze de vraag krijgt waarom ze haar Rotterdamse atelier (tijdelijk) heeft ingeruild voor een stek in Berlijn? Sinds juni heeft ze een atelier in het internationale Künstlerhaus Bethanien in de wijk Kreuzberg. Het is een populaire werkplek die wordt betaald door het Nederlandse Fonds Beeldende Kunsten. Gewild, omdat het kunstenaarscentrum de huurder een weldadig grote én warm gestookte werkplaats verschaft. Je zit daarnaast in een setting waar je dagelijks een vijftiental jonge kunstenaars uit de hele wereld tegen het lijf loopt.

"Vijftien jaar geleden ben ik in Berlijn geweest. En hoewel ik alleen het westen van de stad heb gezien, was ik erdoor gefascineerd. Ik wilde heel graag een keer terug. Via het Fonds heb ik dit atelier gekregen en een appartement, maar daar ben ik zelden. De meeste kunstenaars wonen hier in Bethanien, dat kan prima. Je kan mensen ontmoeten als je dat wil, of anders de deur dicht doen. De werkomstandigheden zijn ideaal. Ik merk dat ik hier de concentratie, inspiratie en tijd heb om de ideeën die al lang sluimerden boven te laten komen en uit te diepen. Wat ik hier ook zo goed vind, is dat in de kelder van dit complex een zeefdrukstudio zit, die voor iedereen toegankelijk is. Ik heb altijd met zeefdruk willen werken, maar had nooit tijd om me die techniek zodanig eigen te maken dat ik me er in mijn stijl in kon uitdrukken. Dat is hier wel gelukt. Ik ben nu veel beter in staat om dichter bij de schets te blijven. Ik merk dat er een grotere speelsheid in mijn werk is gekomen."

Vanessa Jane Phaff heeft de afgelopen jaren veel exposuregehad. Haar linoleumsneden op papier en doek hingen, om maar een voorbeeld te noemen, in de I-20 Gallery in New York. Ook was haar werk te zien in Portugal, Duitsland en Nederland. In april van dit jaar krijgt ze een solotentoonstelling in de Laurent Delaye Gallery in Londen. De Nederlands-Engelse kunstenares werkt figuratief en met veel kleur. Ze richt haar schijnwerpers op kleine meisjes, die niet lief en schattig zijn volgens de stereotiepe verwachting. Alles behalve dat. Haar kinderen en pubers blikken venijnig in de denkbeeldige camera, soms hooghartig en soms bang. Altijd indringend en eigenzinnig, waardoor de kijker zich ongemakkelijk voelt. Doordat de kunstenares haar meiden vanuit een kikvorsperspectief opvoert, maakt ze de dreiging van de vrouw in wording nog groter. Het is een beklemmende wereld die Phaff oproept.

Kim Bouvy (1974, Amsterdam)

Waar liep ie nou? Het is de meest gestelde vraag van bezoekers die voor het eerst in Berlijn staan. Fotografe Kim Bouvy weet nog goed dat zij zich die vraag stelde in het hart van de stad, nu al weer vier jaar geleden. Sindsdien heeft De Muur haar niet meer losgelaten. Verschillende keren reisde ze de afgelopen jaren naar de hoofdstad om te zien hoe het Berlijns beroemdste monument verging in het Muurloze tijdperk. Het resultaat is een fotocollectie die dat verhaal vertelt. In de loop van dit jaar verschijnt een tentoonstelling en een publicatie bij dit historische project.
Wat een teleurstelling was het. Die eerste ontmoeting met het armzalige, afbladderende muurtje. Onvoorstelbaar ook dat die Muur zoveel mensen in zijn greep had gehouden. Na terugkomst in Nederland liet het me niet los hoe snel dit stuk geschiedenis, op enkele brokstukken na, op het punt stond om te verdwijnen. Ik wilde terug om vast te leggen wat er nog overeind stond, maar ook de leegte te fotograferen die op zoveel andere plekken was verschenen. Het werd een sprong in het diepe met weinig resultaat. Ik werd volkomen overdonderd door de zwaarte, omvang en complexiteit van de stad. Na bijna drie weken hard werken had ik vooral zere voeten, veel onbruikbare foto's en slechts een beetje een idee van hoe het allemaal nu in elkaar had gezeten.
De stad hield Bouvy echter in een houdgreep. Ze ging vorige winter terug naar de stad die ruikt naar bruinkool en dikke vette rook met een nieuw idee. Ze besloot zich te concentreren op het gegeven van De Muur als teken in het landschap. De vraag hoe gaan de Berlijners om met het aanwezige litteken dat De Muur heeft achtergelaten, stond centraal. Ik bedoel niet alleen Die Mauer im Kopf waar het in Duitsland zo vaak over gaat. Het gaat me veeleer om de leesbaarheid van de oude scheidslijn in de huidige stad. De Muur als graadmeter van de veranderingen in Berlijn. Om daar een zuiver beeld van te krijgen, traceerde Bouvy de route van De Muur, en legde het hele stuk van ruim 44 km in de noord-zuidrichting af. Soms te voet, soms per fiets maar altijd met camera.
Het project heeft geresulteerd in een veelzijdig visueel document. Zichtbaar wordt hoe de stad enerzijds op karakteristieke plaatsen steeds meer een gewone West-Europese stad is geworden. Het is een metropool die ten prooi is gevallen aan projectontwikkelaars en de penthousenjacht. Een stad waar nieuw, oud in razend tempo vervangt: een snelweg, een megalomaan parlementsgebouw, er lijkt geen einde aan te komen. Maar een groot aantal stukken van die 44 km gaat ook door een zeer gevarieerd landschap. Het zijn plekken die in de laatste twaalf jaar hun eigen karakter hebben gekregen. Stukken landschap waar van de vroegere nood een deugd is gemaakt. De Berlijners wandelen er met hun honden en kletsen met hun buren, dumpen er hun afval en leggen er achtertuintjes op aan. Het voormalige traject van De Muur is niet meer het einde van een wereld, maar een bijzonder wandelpad.
Voor mijn project probeer ik zoveel mogelijk afstand te nemen. Afstand in de fotografie, door het landschap te fotograferen hoe het er werkelijk bij ligt en niet alleen de suggestieve stukken. En afstand van het sentiment, de nostalgie en het verongelijkte. Ik vind het essentieel om niet in de val te stappen van de anekdote, het verhaal te vertellen zoals men het het liefste hoort en al eerder heeft gehoord. Het gaat niet om iets zien wat er niet is, maar om iets dat er al is, te zien.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger