Plätzchen
Berlijnse Berichten

Columns - 27 december 2001 - Auteur: Marja Verburg

Op een zaterdag in december kwam het er dan toch nog van. Ik had even niet goed opgelet toen er afspraken werden gemaakt, maar ik troostte me met de gedachte dat ook afspraken met mijn Berlijnse vrienden nog wel eens willen mislopen. Helaas niet in dit geval. Er viel niet aan te ontkomen: ik moest Plätzchen bakken.

Eigenlijk weet ik al sinds 1999 dat ik Plätzchen alleen maar wil eten. En ook ver bij de makers ervan vandaan wil blijven. Mijn toenmalige huisgenote bakte ze, zoals het een keurig Duits meisje betaamt, en de keuken was nog nooit zo'n ravage geweest. Terwijl er toch de nodige feesten gevierd waren. Je hebt na afloop een afwas die werkelijk alles wat je in huis hebt omvat. En verder heb ik nog een principieel bezwaar: het zijn altijd de meisjes die geacht worden massaal aan het bakken te slaan. De jongens krijgen hun koekjes vanuit heel Duitsland door hun moeders, zussen, oma"s en tantes toegestuurd.

Ik moest echter om 13.00 uur in café Einstein in de Schloøstraøe in Charlottenburg zijn. Daar wachtten mijn vriendinnen Sanne en Sarah op mij. Sarah woont daar in de buurt en Sanne vond het voor mijn Berlijn-kennis nuttig als ik ook eens kennis maakte met een wat chiquere wijk in het Westen van de stad. Onder het genot van veel koffie werd de inkooplijst gemaakt. Sanne en Sarah bleken goed voorbereid: ze hadden hun moeders recepten laten sturen, en pennen en papier bij zich. Er werd gerekend, opgeteld, overlegd en druk geschreven, en toen konden we naar de supermarkt. Ik voelde me een beetje overbodig, want tegen de ernst waarmee Sanne en Sarah hun lijstjes afwerkten, kon ik niet op, dus legde ik mezelf de taak op voor het nodige amusement te zorgen. Ik deed twee flessen sekt en een fles wijn in het wagentje, liet gekke krantenkoppen zien en berichtte over vreemde mensen die zich ook in chique supermarkten in Charlottenburg bevinden. Dat alles hield echter vooral mij bezig. Sarah en Sanne hadden een missie.

Eenmaal bij Sarah thuis werd er snel tot actie overgegaan. Het was inmiddels ook al vier uur, en we wilden om acht uur een film met onze Duitse filmheld Benno Führmann op TV zien. Ieder kreeg een kom, ingrediënten en een recept en zwijgend werd het deeg gekneed. We hadden ons gelukkig maar tot vier soorten koekjes beperkt. Achteraf hadden we ook beter de hoeveelheden kunnen beperken, want we hadden natuurlijk kunnen bedenken dat recepten van Duitse moeders berekend zijn op de hele extended family. Om de stemming er een beetje in te krijgen, opende ik de flessen sekt, en dat hielp ook even, maar ik wist het zelf ook weer te verpesten door een kop zout, dat ik voor suiker aanzag, door mijn chocoladekoekjesdeeg te mengen, dus dat moest opnieuw. Sanne werd boos, Sarah moest nieuwe eieren halen, en ik hield me een tijdje heel gedeisd.

Tegen achten begon ik in de gaten te krijgen dat ik Benno Führmann wel op mijn buik kon schrijven: we waren nog lang niet klaar. Achteraf gezien was dat ook weer niet zo erg, want ik keek natuurlijk stiekem toch even als ik weer een schaal koekjes naar de kamer moest brengen, en ik zag alleen maar Til Schweiger, een andere, lang niet zo leuke Duitse acteur, die neuzelde met zijn monotone stem. Benno had maar een heel klein rolletje.

Tegen tienen begonnen ook Sanne en Sarah tekenen van vermoeidheid te vertonen. Inmiddels was de keuken veranderd in een koekjesproductiebedrijf. Ik rolde deeg, hakte er met de vormpjes koekjes uit, en legde ze op het bakblik. Sarah schoof die voortdurend in en uit de oven, en Sanne goochelde met glazuur, pistache en chocola, om de koekjes te versieren. Er werd niet meer gesproken, alleen nog geroepen: Bakblik! Borden en schalen! Nee, die moeten nog afkoelen! Opzij!

Om half twaalf waren de laatste koekjes klaar. Sanne en Sarah keken trots naar het resultaat: een huis vol koekjes, en zuchtten tevreden: Wat zullen onze moeders trots zijn! Daarna vielen we neer op Sarah"s bank en bed, en vielen onmiddellijk in slaap. De volgende ochtend verdeelden we de Plätzchen: ieder had twee grote pannen vol. Met veel spierpijn in onze ruggen en armen aanvaardden we de tocht huiswaarts. Ik nestelde mezelf voor de TV en nam me voor dit nooit meer te doen. Maar na een paar koekjes begon ook in mij een vage trots te gloeien, en toen ik van de week mijn moeder een trommel vol Plätzchen aan kon bieden, begreep ik opeens wat meer van Sanne en Sarah. Rest mij slechts wat aan mijn principiële bezwaar te doen: volgend jaar kerst ga ik op zoek naar de Plätzchen-bakkende Duitse man.

Reacties

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger