'Lerarenopleidingen Duits bereiden wel goed voor op lespraktijk'
Onderwijs - 2 oktober 2018 - Auteurs: Doris Abitzsch, Marrit van de GuchteDoris Abitzsch en Marrit van de Guchte, vakdidactici Duits, schrijven dat de lerarenopleidingen Duits wél aandacht besteden aan taalspecifieke didactiek. Ze reageren daarmee op een artikel van Ton Nijhuis over de moeilijke positie van de vreemde talen in het onderwijs. Daarin was hij onder meer kritisch over de lerarenopleidingen.
In zijn opiniestuk in de Volkskrant van 26 september gaat Ton Nijhuis in op de positie van met name Duits als vreemde taal in het voortgezet onderwijs in Nederland. Terecht schrijft hij dat kennis en beheersing van vreemde talen mede bijdragen aan een gereflecteerde en genuanceerde participatie van leerlingen en latere volwassenen aan een politiek-maatschappelijk discours. Onterecht schrijft Ton Nijhuis echter dat de universitaire lerarenopleidingen weinig aandacht besteden aan taalspecifieke didactiek en dat concrete handvatten voor het lesgeven goeddeels ontbreken.
Als vakdidactici Duits van de lerarenopleidingen van de Universiteit Utrecht en Universiteit van Amsterdam voelen wij ons geroepen op deze uitspraken te reageren, omdat wij ons geenszins in de beschreven situatie herkennen. Alle universiteiten in het land beginnen al op bachelorniveau (bijvoorbeeld in de educatieve minor, maar ook in inleidende vakdidactiekcolleges in de studie Duitse taal en cultuur) met het werken aan een visie op het vreemdetalenonderwijs Duits die verder gaat dan de “oneindige herhalingen” van naamvallen in het grammaticaonderwijs.
In de masterfase zijn de colleges VAKdidactiek aan onze universiteiten niet algemeen didactisch, zoals beweerd, maar juist specifiek gericht op het onderwijzen van het vak Duits aan middelbare scholieren. In deze colleges is de lespraktijk leidend, waarbij studenten, onder andere, heel concreet ervaren hoe je formatieve toetsing in kunt zetten om leerlingen bij het schrijven van teksten te ondersteunen of hoe je leerlingen contextgebonden kunt helpen woordjes te onthouden. Onder begeleiding ontwerpen studenten lessen voor spreekvaardigheid, in mini-lesjes oefenen hoe ze het beste grammatica-instructie geven en tijdens vakdidactische intervisie brengen zij casussen uit hun schoolpraktijk in.
Ook het afstudeeronderzoek dat studenten aan onze universiteiten doen, is vakdidactisch van aard en kan heel concreet het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van een lessenserie voor de eigen Duitse lespraktijk bevatten of de ontwikkeling van een leerlijn die inhoud aan verschillende taalfuncties koppelt.
Overal in het land ontwikkelen de lerarenopleidingen en faculteiten der Geesteswetenschappen gezamenlijk tweejarige educatieve masters of geven die zelfs al jaren. Dit zijn vakmasters Duits die gericht zijn op de onderwijspraktijk en benaderen twee jaar lang het (school)vak Duits vanuit zowel inhoudsgericht, communicatief als ook vakdidactisch perspectief. Daarnaast maken alle studenten die een educatieve master Duits aan onze universiteiten volgen, kennis met de visie(vorming) van het meesterschapsteam Moderne Vreemde Talen en het vakdidactisch onderzoek dat binnen het programma Dudoc-Alfa wordt uitgevoerd.
Met andere woorden, wij kunnen ons niet vinden in het geschetste beeld en denken dat voordat een algemeen oordeel wordt gegeven over de kwaliteit van de (vakdidactiek binnen de) universitaire lerarenopleidingen in Nederland, het verstandig is om eerst informatie in te winnen bij de mensen die hun studenten wekelijks zo goed mogelijk proberen voor te bereiden op de lespraktijk van de leraar Duits. Dat geldt ook voor de gedachtevorming rondom het toelatingsbeleid en de kwaliteitswaarborging (op inhouds- en vooral ook taalniveau) die daarmee beoogd wordt.
Wel willen we ons aansluiten bij de algemene uiting dat bezuinigingen (zie ook het actuele vraagstuk rond het protest van WOinActie) niet bijdragen aan het bevredigend opleiden van academisch geschoolde docenten. Ook denken wij dat er nog aardig wat terrein valt te winnen als studenten voldoende (verwerkings)tijd en -ruimte krijgen om verbanden te leggen en hun visie verder vorm te geven. Zeker ook om een antwoord op de vraag te krijgen: “wat willen we eigenlijk dat scholieren precies leren en waarom?“
Dit artikel is een reactie op het stuk van Ton Nijhuis dat op 26 september 2018 in de Volkskrant verscheen. Lees het stuk en meer reacties ook op Duitslandweb
Wat is uw ervaring? Reageer!
Het Duitsland Instituut is benieuwd naar uw reactie. Hoe kan de positie van de vakken Duits en Frans worden verbeterd? Wat is uw eigen ervaring met de lerarenopleiding en de aanlsuiting op de lespraktijk? Deel uw ideeën en ervaringen via het reactieveld hieronder.
Lees meer over 'Duitse taal':
'De Duitse taal is mijn gereedschap'
Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.
Een problematische beer
De Duitse minister Paus wordt voor 'Problembär' uitgemaakt, las columniste Inge Jooris in de Duitse media. Zijn haar dagen als minister geteld?
Vechten als ketellappers
De Duitse regering heeft zo veel ruzie, het lijkt wel een bende 'Kesselflicker', zei een van de ministers. Columniste Inge Jooris legt uit wat hij bedoelt.
Een 'Sternstunde' voor Duitsland
Sternstunde, een mooi en onvertaalbaar woord voor wat er nu gebeurt in Duitsland, tenminste dat hoopt columniste Inge Jooris.
Reacties
Geen reacties aanwezig