Reflecties van een man zonder zelfreflectie
Helmut Kohl, 'Erinnerungen 1930 - 1982'

Boeken - 24 november 2004

(24 november 2004) De Einheitskanzler, de ewige Kanzler, de große Europäer. Of anders: Birne, Aussitzen, Reformstau. Helmut Kohl weet ook nog zes jaar na zijn val te polariseren en probeert zichzelf nu met zijn tweebandige memoires een rechtmatige plek in de Duitse geschiedenis te bezorgen.

De eerste band begint alleen al daarom interessant, omdat we een bijna vergeten Kohl meemaken: de jonge wilde, die met enorme ambitie, maar ook met veel moderne denkbeelden eerst in Rijnland-Palts, en later ook in de Bondsdag de bezem haalt door de onder patriarch Adenauer behoorlijk stoffig geworden CDU. De man die succes had als jongste minister-president van de Bondsrepubliek en voor een nieuwe kentering bij de christen-democraten stond. Wat het plezier aan de lectuur enigszins bederft, is dat de oud-bondskanselier, onverschillig voor chronologische verbanden, voortdurend zijn latere geschillen met de pers en andere critici uitvecht. De twijfelachtige kwalificatie “Gnade der späten Geburt” – degenen die in de nazi-tijd te jong waren om schuld te dragen aan wat er is gebeurd – bijvoorbeeld had nog lang het licht niet gezien, of Kohl verwijst al tamelijk ongeloofwaardig naar zijn jeugd. In zijn ouderlijk huis, zo schrijft hij, verinnelijkte hij al tolerantie en begrip voor het jodendom. Dat dat niet zo was, hebben we tijdens de eerste jaren van zijn kanselierschap beleefd, totdat Kohl daadwerkelijk die vriend van Israël werd, zoals we hem later hebben leren kennen.

Veel eerlijker is de oud-kanselier als het gaat om zijn politieke tegenstanders. Je kunt lang zoeken naar een goed woord over de CSU-politicus en Männerfreund Franz Josef Strauß; tussen de regels door valt de grote aversie te speuren. Zijn afkeer van CDU-politicus Rainer Barzel als politicus en persoon wordt zelfs openlijk onder woorden gebracht. Zelfs voor oud-bondskanselier Willy Brandt (SPD), die wat betreft politieke betekenis en persoonlijkheid ver boven hem stond en met zijn toenaderingspolitiek tot het Oosten de integratiepolitiek van Adenauer op beslissende wijze aanvulde, toont Kohl geen enkel respect. Hij heeft weliswaar veel spijt van de afwijzing van de slotakte van Helsinki, maar niet van de hevige oppositie tegen de Ostverträge, twee beslissende stappen in de toenadering van Oost en West. En dat, terwijl bondskanselier Kohl de Ostpolitik van Brandt naadloos voortzette en in 1987 zelfs DDR-chef Erich Honecker uitnodigde voor een staatsbezoek aan Bonn. De man uit de Palts is zichzelf trouw gebleven in zijn diepe afkeer van de socialisten, hoewel ook zij zoals ambtsvoorganger Helmut Schmidt (SPD) zo nu en dan positieve trekken dragen.

Nogal verrassend is Kohls eerlijkheid op een ander vlak. Hij bekent openlijk dat zijn vrouw Hannelore, aan wie hij zijn memoires opdraagt, überhaupt niet gelukkig was met zijn politieke carrière. Ze had hem liever als echtgenoot en vader thuis gehad, dan als politicus op de tv. En om bij de familie te blijven: Kohl, die zichzelf ooit als kleinzoon van Adenauer betitelde, doet dat nu uitdrukkelijk af als legende, die evenwel door anderen zou zijn verzonnen. Hij laat bovendien zelfs openlijk doorschemeren, dat zijn contacten met de oud-bondskanselier uitgesproken beperkt waren.

Deze visie bevestigt het boek in een ander opzicht. De memoires van Konrad Adenauer zijn tot op de dag van vandaag een waardevolle en onmisbare bron voor historici, omdat ze gegrond zijn op serieuze bronnenstudie, aangevuld met eigen herinneringen. Kohl daarentegen blijft op karakteristieke wijze wazig. Zijn kracht lag altijd meer in het onderhouden van contacten dan in grondig lezen. Het kan dan ook als vreemde gril worden afgedaan, dat hij zelfs van de kleinste stemmingen over zijn kandidaturen minutieus ja- en nee-stemmen opsomt. Daar Kohl verder überhaupt niets prijsgeeft wat we niet al wisten, is deze band voor historisch onderzoek nauwelijks bruikbaar. Daarmee ontdoet de auteur zich de facto ook van het laatste stuk versiering, waarmee hij zich na het Spendenskandal nog tooide: Hij wil ‘Dr. Kohl’ worden genoemd, omdat hij ooit promoveerde over de ontwikkeling van de politieke partijen in de Palts. Een historicus zou een boek als dit echter nooit hebben afgeleverd.

Wat mogen we nu van de tweede band verwachten? Zeker hier en daar kleine inzichten. Wie zou bijvoorbeeld hebben verwacht, dat uitgerekend de man, die in zijn regeringsverklaring sprak van een “geistige und moralische Wende” voornamelijk positief oordeelde over de studentenonlusten van 1968? Daarbuiten waarschijnlijk vooral een nieuwe laag stenen op zijn beschermingswal, waarmee de oud-kanselier zichzelf meent te moeten verdedigen. Het zal interessant worden bij zijn grootste blunders, zoals het bezoek aan het soldatenkerkhof Bitburg met zijn SS-graven of de hierboven genoemde uitnodiging aan Honecker naar Bonn te komen. De gave zichzelf van een kritische afstand te bekijken of maar om zichzelf te kunnen lachen, heeft bijna niemand Kohl ooit toegedicht. Ook na zijn val heeft hij die gaven duidelijk niet verworven. Kohl presenteert onveranderd zijn deels zeer persoonlijke kijk op de wereld; het zijn opvattingen van een man zonder zelfreflectie.

Amit Das Gupta is Fachlektor van het Graduiertenkolleg aan het Duitsland Instituut Amsterdam.

  • Helmut Kohl, 'Erinnerungen, 1930 - 1982' (Droemer/Knaur 2004); gebonden; 683 blz.; ISBN 3 426 27218 0

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger