Memoires van een krijgsgevangene
Interview met Rudolf Maas

Boeken - 26 maart 2008 - Auteur: Jonathan Witteman

(26 maart 2008) Rudolf Maas was achttien toen hij als Duitse soldaat naar het oostfront werd gestuurd. Hij overleefde bijna vijf jaar in Russisch krijgsgevangenschap. Maas schreef er een boek over, het prachtige ‘De oorlog die langer duurde’.

Rudolf Maas, 'De oorlog die langer duurde'.Voor Rudolf Maas geen genade van de late geboorte. Na maandenlang duimen te hebben gedraaid in de kazerne, wordt Maas eind april 1945 als een van de laatste Duitse soldaten alsnog opgetrommeld voor het oostfront. Het zijn de laatste dagen van Hitlers Derde Rijk. Van het Duitsland dat nog in Duitse handen is, rest op de kaart niets meer dan “een slang met een bobbelige verdikking aan het ondereind”, die zich aan de westkant om Berlijn heen kronkelt richting Tsjechoslowakije.

Maas wordt gestationeerd nabij Praag. Tot vechten komt het niet meer. Als Duitsland op 8 mei 1945 capituleert, onderneemt Maas met een vijftigtal medevluchters nog een wanhopige poging uit handen van de Russen te blijven. De Amerikanen bevinden zich aan de andere kant van de rivier de Moldau, nog zo’n vijftig kilometer verderop. Maar de Moldau wordt niet meer gehaald. De poging strandt op groteske wijze op een Boheems dorpsplein, waar een uitzinnige menigte Tsjechen de vluchters inhaalt als hun bevrijders.

“Opeens stokten de vreugdekreten”, schrijft Maas in het oorspronkelijk in het Duits geschreven ‘De oorlog die langer duurde’. “Een akelige stilte verbreidde zich over het plein en de mensen kwamen langzaam, dreigend op ons af toen ze hun vergissing beseften.

Een plotseling rumoer verbrak de stilte: een Russisch officier dook achter ons op, baande zich een weg door de menigte die ons insloot en beval de Tsjechen achteruit te gaan. Hun bevrijder was ook onze bevrijder geworden, want zonder hem waren we zeker gelyncht.”

Doodsbenauwd

Gelyncht worden de vluchters inderdaad niet, maar waar ze het meest voor vreesden, is waarheid geworden: ze zijn overgeleverd aan hun ergste vijanden. “We waren doodsbenauwd voor de Russen,” zegt Maas nu, inmiddels 81 jaar en wonend in Amsterdam. “We wisten hoe wreed Russische krijgsgevangen tijdens de oorlog waren behandeld door de nazi’s. Aan de toekomst durfden we niet te denken.”

Maas belandt via Roemenië in werkkamp Alatyr, achthonderd kilometer ten zuidoosten van Moskou. Honger, kou en zware fysieke arbeid vormen vanaf nu de enige zekerheden in zijn geïsoleerde bestaan. Van de vijfhonderd Duitse gevangenen die in de dagen voor Kerstmis 1945 werden uitgeladen in Alatyr, zijn er twee jaar later nog maar amper de helft over.

De tocht van Maas als krijgsgevangene door Oost-Europa.

Reddende engel

Waarom juist hij het heeft overleefd? Maas haalt de schouders op. “In ieder geval is mij op een aantal cruciale momenten het leven gered. Bijvoorbeeld toen ik betrapt werd op het stelen van aardappelen. Voor straf moest ik de nacht doorbrengen in de stal. Eerst begreep ik niet wat er zo erg was aan die straf, maar toen de kou door de kieren van het schuurtje begon te trekken, drong het tot me door. Het was twintig graden onder nul. Als ik die avond niet stiekem uit mijn cel was bevrijd door de ziekenbroeder, dan was ik die nacht waarschijnlijk doodgevroren.”

Het zou niet Maas’ laatste ontsnapping zijn. Na de opheffing van het kamp in Alatyr, aan het eind van 1947, werden de nog gezonde gevangenen naar de kolenmijnen in Zuid-Rusland gestuurd. Velen van hen vonden daar uiteindelijk de dood. Alleen Maas en zes anderen werden te zwak geacht en overgebracht naar het veel minder zware kamp in Kovel, in het tegenwoordige Oekraïne.

“En dat terwijl ik nauwelijks ziek was, ik had alleen een paar graden koorts. Maar die paar graden waren genoeg om het lot te beïnvloeden.”

Grafstemming

Met de verhuizing naar Kovel is de periode van de ergste fysieke ontberingen voorbij, maar de tijd van de zwaarste psychische belasting is nog maar net aangebroken. “We dachten dat we voor het eind van het jaar naar huis zouden mogen. Verkeerd gedacht. De stemming tijdens Kerstmis 1947 deed dan ook meer aan een begrafenis denken.”

Heel even dreigt Maas de moed op te geven. Als de gevangenen op een zomerdag in 1949 voor een bijzonder appèl moeten aantreden, is Maas er vast van overtuigd dat ze eindelijk naar huis zullen worden gestuurd. Maar de kampleiding heeft een geheel andere mededeling: de gevangenen moeten op transport naar Moskou. “Een bom tussen onze gelederen had geen verwoestender effect kunnen hebben”, schrijft Maas. “Op dat moment dacht ik dat ik nooit meer thuis zou komen.”

Naar huis

Maas klampt zich vast aan een even heroïsch als onuitvoerbaar ontsnappingsplan: door Centraal-Azië naar de Stille Oceaan vluchten en vandaar proberen via Japan per schip naar huis te komen. De echte verlossing komt in december: Maas mag naar huis. Op de laatste vragenlijst van de Russen schrijft hij: “Gediend aan het oostfront van 1 tot 8 mei 1945. Aan veldslagen niet deelgenomen, alleen maar steeds op de vlucht geweest. Onderscheidingen en verwondingen: geen.”

Als hij op 7 december 1949 de grens tussen Polen en de dan twee maanden oude Duitse Democratische Republiek oversteekt, wordt Maas verwelkomd door bedelende kinderen. “Dat was een verschrikkelijke ontnuchtering. We hadden vier en een half jaar honger geleden en dan vragen ze uitgerekend ons om brood. De werkelijkheid was aanmerkelijk grauwer dan ik me had voorgesteld. Je leefde toch op de hoop dat het thuis beter zou gaan.”

Duits-Joods huwelijk

Maas en echtgenote Nanny, 1958.Zonder opleiding probeert Maas een bestaan op te bouwen in de Engelse sector van West-Berlijn. Hij bezoekt de avondschool en promoveert aan het eind van de jaren vijftig in de chemie. Dan ontmoet hij Nanny, een Nederlandse van Joodse afkomst, die tijdens de oorlog via vele omwegen naar Amerika was ontsnapt, om begin jaren vijftig terug te keren in Nederland.

Het paar trouwt en verhuist naar Amsterdam, waar Rudolf een baan vindt bij Shell. Ze leiden een enigszins gespleten leven samen: hij, Rudolf, afkomstig uit het volk der daders, zij, Nanny, uit het volk der vervolgden.

Of het ook de oorlog is die hun huwelijk in de jaren zeventig uiteindelijk op de klippen doet lopen, is een vraag die Maas anno 2008 nog altijd bezig houdt. “Tegelijkertijd: als we dat verleden niet hadden gehad, dan waren we waarschijnlijk nooit in elkaars leven gekomen. De oorlog verbond ons. We stonden alleen aan verschillende fronten.”

  • Rudolf Maas: De oorlog die langer duurde. Een gevangenschap in Rusland 1945-1949.
    Uitgeverij Boom, 142 pagina's, € 18,00
    ISBN 978 9085 06422 0

Jonathan Witteman is redacteur van het Duitslandweb.

Reacties

Kees Driessen - 11 juni 2021 10:36

De tijd was anders, oorlog haalt het slechtste uit de mens. Laten we niet vergeten dat de Duitsers met deze ellende is begonnen. Wraak is an een logische reactie. Helaas is de gewone man en zeer beïnvloedbaar en daarmee ook het slachtoffer

Reageer
Dennis - 28 februari 2021 20:28

Ik had graag willen zien dat de verantwoordelijken die oorlogsmisdaden hebben begaan tegen onschuldige burgers, dezelfde straf krijgen of erger als hun slachtoffers. Helaas zijn er teveel er goed vanaf gekomen.

Reageer
katrina van de burgh - 4 mei 2020 16:32

wat gebeurde met de duitse soldaten na de oorlog?

Reageer
Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger