Ruhrbezetting en hyperinflatie
Weimar Republiek: 1919-1933
Aanhoudende politieke instabiliteit, internationale druk om te voldoen aan de herstelbetalingen en een gierende economische crisis kenmerkten de eerste jaren van de Republiek van Weimar. De regering-Stresemann nam het bewind in 1923 over en legde de basis voor voorzichtig herstel.
In 1921 hadden de geallieerden de hoogte van de Duitse herstelbetalingen vastgelegd: deze bedroegen in totaal 132 miljard goudmark (conform artikel 231 van het Verdrag van Versailles). Dit was voor die tijd een astronomisch bedrag. De Duitse regering besloot zich te houden aan de akkoorden, maar door een bewuste inflatiepolitiek de geallieerden ervan te overtuigen dat Duitsland uiteindelijk niet in staat zou zijn dit bedrag te betalen. Vooral nationalisten waren het hier niet mee eens. Ze noemden het Erfüllungspolitik, politiek die de eisen uit het Verdrag van Versailles probeerde te vervullen.
Begin januari 1923 besloot Frankrijk het Ruhrgebied, het belangrijkste Duitse industriegebied, te bezetten om nieuwe herstelbetalingen af te dwingen. Arbeiders en ambtenaren in dit gebied gingen uit protest in staking en werden toch doorbetaald door de Duitse overheid. De inflatie werd hierdoor volstrekt onbeheersbaar. In november 1923 was de brandwaarde van een bundel bankbiljetten hoger dan de kolen die je ervoor kon kopen. Veel mensen raakten hun spaargeld kwijt, de reële lonen gingen achteruit en pensioengelden gingen verloren. Onderstaand schema toont de drastische prijsverandering van 1 kilo brood tussen 1921 en 1923.
Prijs van 1 kilo brood
December 1921: |
4 Mark |
December 1922: |
163 Mark |
Januari 1923: |
250 Mark |
April 1923: |
474 Mark |
Augustus 1923: |
69.000 Mark |
November 1923: |
201.000.000.000 Mark |
De in augustus 1923 aangetreden regering onder leiding van Gustav Stresemann (Deutsche Volkspartei DVP) deed er alles aan om een einde te maken aan deze onhoudbare situatie. De stakingen in het Ruhrgebied werden beëindigd en in november werd de Rentenmark ingevoerd waarbij één miljard voor één gewone mark stond. De Rentenmark werd gedekt door een soort hypotheek die de Duitse staat nam op de Duitse handel, industrie en banken. In combinatie met bezuinigingen bleek de Rentenmark een goed middel om de inflatie een halt toe te roepen. Ook internationaal nam de spanning af. Er werden nieuwe afspraken gemaakt over de herstelbetalingen en de VS zegde Duitsland grote leningen toe.