De kracht van de eenzame strijder 
'Kampf um die Kuppel' van Oscar Schneider 

Boeken - 20 december 2006

(20 december 2006) De koepel van de Reichstag is hét symbool van het nieuwe Berlijn en van het nieuwe Duitsland. De populariteit van de Reichstagskuppel doet vergeten dat de facelift van de oude Rijksdag begin jaren negentig hoogst omstreden was. Oscar Schneider neemt de lezer in 'Kampf um die Kuppel' terug naar deze roerige tijden, waarin hij zelf een hoofdrol speelde.

Oscar Schneider weet waar hij over schrijft. Hij was West-Duitse minister voor Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw en invloedrijk CSU-politicus in het tijdperk van Kohl. Schneider (1927) was als parlementariër lid van allerlei commissies die over bouwprojecten in het nieuwe Berlijn gingen.

Zijn finest hour beleefde Schneider in de ‘strijd om de koepel’, waarin hij, als we tenminste zijn relaas mogen geloven, in zijn eentje te velde trok tegen de complete Bonner en Berliner politiek, de pers en de architect Sir Norman Foster, die zich tot het eind toe bleef verzetten tegen de bouw van een koepel.

Het eerste deel van Schneiders boek maakt de hooggespannen verwachtingen niet waar, maar halverwege wordt het boek steeds beter. Het ontpopt zich tot een ware ‘pageturner’, met name wanneer de beslissing over koepel ja/koepel nee naderbij komt. Ook al is de uitslag bekend, de manier waarop de beslissing voor de koepel uiteindelijk in de parlementaire organen tot stand kwam, is tenenkrommend.

Vuurtoren

De Reichstag leidde ten tijde van de Duitse deling een symbolisch, maar toch wat eenzaam bestaan. Na de brand van 1933 en de oorlogsschade was het gebouw in de jaren zestig slechts halfslachtig weer opgeknapt, de koepel was verdwenen, en tot 1990 deed het dienst als tentoonstellings- en congresruimte in een uithoek van West-Berlijn. Als modern parlementsgebouw was het volstrekt ondeugdelijk. Dus toen eind 1991 eenmaal was besloten dat het verenigde Duitse parlement op den duur weer in de Reichstag zou vergaderen, moest er ook een beslissing komen over de renovatie van het gebouw.

Opdrachtgever voor de verbouwing was het democratische parlement zelf. In de zomer van 1992 werd er een architectenprijsvraag uitgeschreven, die de Engelsman Sir Norman Foster in de zomer van 1993 won. Het uitverkoren ontwerp van toen leek (van buiten) in niets op de nu gerealiseerde verbouwing. Fosters plannen kenden in de verste verte geen koepel. Later ontwierp hij als tegemoetkoming een soort cilinder op het dak, die de bijnaam ‘vuurtoren’ kreeg, omdat die ’s nachts verlicht zou zijn. Pas na een lange parlementaire weg viel op 30 juni 1994 de omstreden beslissing dat Fosters lichtgevende kegel een koepelvorm moest krijgen, om tegemoet te komen aan de oorspronkelijke negentiende-eeuwse architectuur van de Reichstag.

Belezen

Deze lange parlementaire weg wordt van binnenuit beschreven door Schneider, een bevlogen voorstander van de koepelarchitectuur. Eerst overtuigde hij zijn CSU-Landesgruppe van zijn mening, en uiteindelijk ook de CDU-fractie, nadat partijleiders als Wolfgang Schäuble, Rita Süssmuth en Brigitte Baumeister hem met alle mogelijke parlementaire trucs hadden tegengewerkt – van het verschuiven van discussies en het veranderen van de Tagesordnung tot het niet protocolleren van het debat en het kwijtraken van besluitlijstjes. Door het votum van de CDU-leden kreeg de motie voor de koepel-architectuur in de parlementaire bouwcommissie uiteindelijk 1 stem meer, in de derde stemronde.

Het boek van Schneider draagt alle sporen van de eenzame maar succesvolle strijd. Schneider was een conservatieve afgevaardigde, die zich erg kon opwinden over de onbelezenheid en oppervlakkigheid van zijn collega’s. Hij toont zich wars van alle nieuwlichterij en steekt herhaaldelijk de draak met allerlei "postmoderne arrogantie" en de "aanmatigende ironie" van veel van zijn tijdgenoten. Zijn bangste droom was een "vervreemdende" architectuur voor de Reichstag.

Strijder

Als bewijs van zijn brede belezenheid schotelt Schneider ons op de eerste tachtig pagina’s een soort potpourri voor van beschouwingen over politiek en bouwkunst, van Pruisische koningen tot het parlement in Bonn, van de geschiedenis van Berlijn als Duitse hoofdstad en van de Wiedervereinigung. Oninteressant is het allemaal niet, maar nieuw evenmin. Schneider kopieert naar hartenlust politieke debatten en besluiten van de jaren 1980 en 1990, CDU-kanselier Kohl is steeds de voorspelbare held van het verhaal.

Bovendien blinkt het boek niet uit door een elegante stijl. Een ghostwriter is er zeker niet aan te pas gekomen, de cultureel onderlegde minister schreef zijn herinneringen natuurlijk zelf. Dit verhoogt weliswaar de authenticiteit van het bericht, maar van de lezer die tot de kern van het verhaal wil komen, vergt het omslachtige taalgebruilk van Schneider enig doorzettingsvermogen.

Deze volharding wordt echter beloond.  Want alle bezwaren verdwijnen als Schneider over zijn inzet voor de Rijksdagkoepel komt te spreken. Dan toont het werk van Schneider zijn ware verdienste, als een boeiende bron voor een centraal symboolpolitiek debat in het vroege verenigde Duitsland en ook voor de parlementaire toevalligheden waar cruciale beslissingen vaak vanaf hangen. We leren bijvoorbeeld dat er over een herbouw van de koepel als uitkijkplatform over het gedeelde Duitsland al in de jaren tachtig werd gediscussieerd, dat de alom geprezen Sir Norman Foster bijna had geweigerd de koepel te ontwerpen, dat partijgenoten schurken kunnen zijn en dat het maar een haar had gescheeld of de glazen koepel was er nooit gekomen. Inderdaad, het was lange tijd vooral aan de hardnekkigheid van één man te danken, dat het onderwerp op de politieke agenda bleef.

Ondanks de soms wat zelfverliefde enscenering van de auteur als held van het verhaal overheerst uiteindelijk toch voldoening over de oorspronkelijkheid van dit verslag. De lezer weet nu eenmaal dat de koepel een absoluut succes is en gunt de eenzame strijder Schneider daarom zijn triomf. Een aanbeveling voor iedereen die zich met de constructie van het Nieuwe Berlijn bezig houdt.

Krijn Thijs is historicus en gepromoveerd op een onderzoek naar drie stadsjubilea in Berlijn.
  • Oscar Schneider, 'Kampf um die Kuppel. Baukunst in der Demokratie'  Bouvier Verlag, Bonn 2006, € 24,00
    ISBN 3416030761

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger