Duitsland na 1990:

Binnenlands beleid en Berlijn als nieuwe hoofdstad
Schröder en het rood-groene experiment 1998-2005

De rood-groene regering van kanselier Schröder voerde een progressiever beleid dan de kabinetten-Kohl. 

Binnenlands beleid en Berlijn als nieuwe hoofdstad
© flickr/Thomas Duchnicki/cc
Protest tegen kernenergie

De regering-Schröder voerde in 2001 bijvoorbeeld het Lebenspartnerschaftsgesetz in, ook wel homohuwelijk genoemd, al gaf dat homoparen bijvoorbeeld financieel en met betrekking tot adoptie niet dezelfde rechten als heteroparen. Ook maakte rood-groen het mogelijk dat in Duitsland geboren kinderen van buitenlandse – vooral Turkse – ouders de Duitse nationaliteit konden krijgen. Dit ondanks fel protest van de CDU/CSU. Tot 2000 konden alleen mensen die konden aantonen dat ze een Duitse voorouder hadden een Duits paspoort aanvragen.

Voor Bündnis 90/Die Grünen was de rood-groene coalitie de eerste regeringsdeelname. Voor de partij waren duurzaamheid en milieu belangrijke thema’s. De Groenen leverden in beide kabinetten-Schröder de minister van Milieu, Jürgen Trittin . Eén van de belangrijkste speerpunten van de Groenen was het afschaffen van kernenergie, de Atomausstieg. De partij had zich hier al jarenlang sterk voor gemaakt onder de bekende leuze ‘Atomkraft? Nein, danke’. In 2000 werd afgesproken de Duitse kerncentrales geleidelijk te sluiten en in plaats daarvan te investeren in alternatieve vormen van energie. Dit besluit werd overigens in de jaren daarna nog een aantal keer herzien.

De rood-groene coalitie was de eerste die vanuit de nieuwe hoofdstad Berlijn regeerde. In 1991 had de Bondsdag het besluit genomen dat de regering van Bonn naar Berlijn zou verhuizen. De verhuizing had nogal wat voeten in de aarde. In het centrum van Berlijn moest eerst flink worden gebouwd voordat alle ministeries en ondersteunende diensten daar kantoor konden houden.

Om Bonn niet in een keer alle ministeries en de daarbij behorende economische activiteit te ontnemen, werd besloten dat een aantal ministeries daar bleven. Voor de verhuizing werd een bedrag van 20 miljard D-Mark gereserveerd. De Bondsdag hield in april 1999 de eerste zitting in het vernieuwde Rijksdaggebouw.


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger