Literatuur:

Nieuw realisme
Literatuur tijdens de roerige jaren zestig, BRD 1961 - 1969

De jaren zestig laten in het proza de opkomst van het nieuw realisme zien. Auteurs moesten in verbinding staan met de samenleving. De gedachte dat literatuur alleen esthetische waarde heeft, werd als ouderwets terzijde geschoven.

Nieuw realisme
© Wikimedia/Jens Hagen/cc
Rolf Dieter Brinkmann (met megafoon) schreef experimentele literatuur, een mengeling van proza en beeld.

Het nieuw realisme wordt ook wel beschrijvingsliteratuur genoemd. Het werk van Dieter Wellershoff is hiervan een voorbeeld. Hij stond geen satirische en groteske literatuur voor, maar een kritische literatuur, die uitgaat van nauwkeurige waarnemingen en ervaringen. “Die Schattengrenze” is een bekend boek van Wellershoff uit 1969. Andere schrijvers staken juist de draak met het nieuw realisme en schreven meer experimentele literatuur. Zo is 'Rom Blicke' (1979, postuum verschenen) van Rolf Dieter Brinkmann een merkwaardige mix van proza en beeldelementen als kaartjes en foto's.

De vertegenwoordigers van het nieuw realisme richtten in 1964 de Kölner Schule op. Deze groep kan echter niet gezien worden als een homogene literaire stroming. Daarvoor verschilden de schrijfstijlen van de auteurs te veel van elkaar.

Succesvoller waren de schrijvers van Gruppe ’61. Zij hadden een vergelijkbare opvatting over de verhouding tussen literatuur en maatschappij als de Kölner Schule. Zij waren bekender, omdat zij met hun reportages en journalistieke literatuur meer aan de weg timmerden.


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger