Literatuur:

Duitse boekenprijs

De Deutsche Buchpreis wordt sinds 2004 jaarlijks aan een literair werk uit het Duitstalige gebied toegekend. De prijs is ingesteld door de Börsenverein des Deutschen Buchhandels (Duitse vereniging van boekenhandelaren) en wordt uitgereikt aan de vooravond van de Frankfurter Buchmesse. De jury stelt eerst een longlist van 20 titels samen, waaruit de zes finalisten worden gekozen. Uit deze shortlist kiest de jury het winnende werk.

Duitse boekenprijs
© Christina Wei/ Deutscher Buchpreis

De Deutsche Buchpreis behoort tot de belangrijkste onderscheidingen voor Duitstalige auteurs en is verbonden met een geldprijs van € 25.000. Andere bekende literatuurprijzen voor Duitstalige werken zijn de Ingeborg Bachmann Preis, de Georg Büchner Preis en de Preis der Leipziger Buchmesse.

De winnaars van de Deutsche Buchpreis zijn:

2021 - Antje Rávik Strubel:  'Blaue Frau' 

Antje Rávik Strubel (1974) beschrijft in haar roman hoe een jonge vrouw vlucht voor haar herinneringen aan een verkrachting. "In een raak narratief lukt het Antje Rávik Strubel het eigenlijk onbeschrijflijke van een traumatische ervaring onder woorden te brengen", zo oordeelde de jury.

2020 - Anne Weber: 'Annette, ein Heldinnenepos'

Anne Weber (1964) beschrijft in haar roman het leven van de Franse verzetstrijdster Anne Beaumanoir, ook wel Annette. Beaumanoir werd in 1923 geboren, trad op haar zestiende toe tot het Franse verzet en redde in naam van de Résistance Joodse kinderen van de nationaalsocialistische bezetter. Na de oorlog vocht ze aan de zijde van de Algerijnse onafhankelijkheidsbeweging, waarvoor ze in 1959 tot tien jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Vandaag de dag leeft de inmiddels 96 jaar oude Beaumanoir in Zuid-Frankrijk.

2019 - Saša Stanišić: 'Herkunft' 

Stanišić (1978) groeide op in Bosnië en vluchtte in 1992, 14 jaar oud, met zijn ouders naar Duitsland. 'Herkunft' is autobiografisch gekleurd, de ik-verteller schrijft over zijn jeugd in Bosnië, het uiteenvallen van Joegoslavië en zijn moeilijke aankomst in Duitsland. 'Herkunft' schildert volgens de jury van de Buchpreis "een beeld van een heden, dat zich steeds weer opnieuw laat vertellen". Een "zelfportret met voorouders wordt zo tot de roman van een Europa van de levenswegen". 

2018 – Inger-Maria Mahlke: Archipel

Inger-Maria Mahlke (1977) groeide op in Lübeck en Tenerife. Haar roman 'Archipel' vertelt de verhalen van dit Canarische eiland. Hier komen de koloniale geschiedenis en de geschiedenis van de Europese dictaturen in de twintigste eeuw samen. Mahlke presenteert eerst het verleden en duikt per hoofstuk steeds dieper in het verleden, tot het jaar 1919. In het middelpunt staan drie families uit verschillende sociale klassen, bij wie de geschiedenis van Spanje haar wonden achterlaat.

2017 – Robert Menasse: Die Hauptstadt

Robert Menasse (1954) is een Oostenrijkse schrijver. De ironische roman ‘Die Hauptstadt’ speelt zich af in het hart van de Europese politiek in Brussel. De jury looft Menasse’s werk als een geslaagde panoramaopname van Europa, waarin de tijdgeest, landen en instituties passend worden weergegeven.
Leesfragment op Zehnseiten.

2016 – Bodo Kirchhoff: Widerfahrnis

Kirchhoffs (1948) ‘Widerfahrnis’ (In het Nederlands vertaald als ‘Wedervaring’) combineert de thema’s liefde en vluchten. Twee vreemden besluiten samen op een roadtrip te vertrekken naar Sicilië. De twee hebben niets meer te verliezen: Ze zijn ouder, alleenstaand en hebben als respectievelijk uitgever en hoedenmaker het gevoel voor de maatschappij te hebben uitgediend. De onverwachte ontmoeting van de twee leidt tot een opbloeiende liefde, terwijl in het decor van hun reis de Europese vluchtelingenproblematiek wordt gethematiseerd.

2015 – Frank Witzel: Die Erfindung der Roten Armee Fraktion durch einen manisch-depressiven Teenager im Sommer 1969

Frank Witzel (1955) is schrijver, illustrator, radio-dj en muzikant. Zijn roman (‘Hoe een manisch-depressieve tiener in de zomer van 1969 de Rote Armee Fraktion bedacht’) gaat over een 13-jarige jongen in de Bondsrepubliek van de late jaren zestig. In zijn zoektocht naar identiteit denkt hij in actuele gebeurtenissen herinneringen uit zijn eigen jeugd te ontdekken: waan en waarneming vermengen zich.

2014 – Lutz Seiler: Kruso

Lutz Seiler (1963) maakte met ‘Kruso’ (onder dezelfde titel vertaald) zijn romandebuut. De roman speelt zich af op het Oost-Duitse eiland Hiddensee in de nadagen van de DDR. Daar verzamelden zich alternatievelingen en drop-outs. Seiler vertelt het verhaal van Edgar, die vlak voor de val van de Muur uit Oost-Duitsland wil vluchten en op het eiland terechtkomt. Spil in de commune-achtige samenleving op het eiland is Kruso, de man die Edgars liefde voor poëzie deelt. De jury noemt de roman een monument voor de Ostseeflüchtlinge, die bij hun vlucht uit de DDR om het leven kwamen.
Leesfragment op Zehnseiten

2013 – Terézia Mora: Das ungeheuer

De oorspronkelijk Hongaarse Terézia Mora (1971) kwam in 1990 naar Duitsland. ‘Das Ungeheuer’ vertelt over Darius Kopp, die ontroostbaar na de zelfmoord van zijn Hongaarse vrouw achterblijft. Hij besluit de dagboekverhalen van zijn vrouw na te gaan en een geschikte plek te vinden voor haar as. De in het Hongaars geschreven bijdragen voeren hem door Oost-Europa.

2012 – Ursula Krechel: Landgericht

Ursula Krechel (1947) is een Duitse schrijfster uit Trier. Haar werk beweegt zich tussen verschillende literaire genres. ‘Landgericht’ gaat over een joodse rechter die niet gewenst is in de beginjaren van de Bondsrepubliek, die in 1949 werd opgericht. Het bijzondere aan het boek is hoe Krechel op een poëtische en laconieke manier een precies beeld geeft van de eerste jaren van de Bondsrepubliek, aldus de jury.
Leesfragment op Zehnseiten.

2011 – Eugen Ruge: In Zeiten des abnehmenden Lichts

Eugen Ruge (1954) is een oorspronkelijk Russische schrijver, regisseur en vertaler. Wenderoman ‘In Zeiten des abnehmenden Lichts’ (‘in tijden van afnemend licht’) is een familiekroniek die decennia aan DDR-geschiedenis beschrijft. De jury is enthousiast over hoe de auteur de ervaringen van vier generaties in een gelaagde roman heeft weten te vangen en zo de geschiedenis toegankelijk maakt.

2010 – Melinda Nadj Abonji: Tauben fliegen auf

De Hongaars-Zwitserse Melinda Nadj Abonji (1968) levert met ‘Tauben fliegen auf’ (‘Duiven vliegen op’) een autobiografische roman over een familie uit de Vojvodina, een servisch gebied met een Hongaarse minderheid. In de jaren zeventig emigreert het gezin naar Zwitserland. Het verhaal beschrijft zowel hoe het gezin alles onderneemt om goede Zwitsers te worden, als de bezoekjes aan de familie in de Vojvodina. De jury complimenteert de schrijfster met een geslaagd portret van een Europa dat nog steeds worstelt met haar geschiedenis.
Leesfragment op Zehnseiten 

2009 – Kathrin Schmidt: Du stirbst nicht

Kathrin Schmidt (1958) is een schrijfster uit de voormalige DDR. ‘Du stirbst nicht’ is het deels autobiografische verhaal over de afatische Helene, die na hersenbloeding en coma haar wereld moet herontdekken. Terwijl de woorden en herinneringen langzaam terugkomen, reconstrueert ze haar leven tot het moment dat ze in een coma wegzonk. “Het individuele verhaal van een gevecht tegen de dood wordt passend in het decor van de historische en politieke Wende van eind jaren ’80 geplaatst”, aldus de jury.

2008 – Uwe Tellkamp: Der Turm

Uwe Tellkamp (1968) beschrijft in de familiekroniek ‘Der Turm’ (‘De toren’) de laatste jaren van de DDR, met terugblikken die reiken tot aan de Tweede Wereldoorlog. Richard en Anne Hoffmann wonen in een villawijk in Dresden. Zij en hun familieleden worstelen voortdurend met de vraag hoe om te gaan met het communistische systeem: moeten zij protesteren, negeren, meedoen of vluchten? Het boek beschrijft de willekeur en arrogantie van Oost-Duitse machthebbers, die de DDR als een systeem voor de eeuwigheid zien. Hiertegenover staat het gebrek aan geloof van de burgers in hun staat. De jury noemt ‘Der Turm’ een geslaagd panorama van een op zijn einde lopende maatschappij.

2007 –Julia Franck: Die Mittagsfrau

Julia Franck (1970) is een Duitse schrijfster, die in 1978 met haar familie van Oost-Berlijn naar West-Berlijn verhuisde. ‘Die Mittagsfrau’ (‘De middagvrouw’) beschrijft de ervaringen van Helene Würsich in Bautzen. Haar vader stierf na zijn terugkomst uit de Eerste Wereldoorlog, haar moeder verloor haar verstand. Nadat ook haar verloofde overlijdt weet Helene haar leven geen richting te geven. De jury noemt ‘Die Mittagsfrau’ een roman voor lange gesprekken: Het werk is indringend, krachtig en van een sterke psychologische intensiteit.

2006 – Katharina Hacker: Die Habenichtse

Katharina Hacker (1967) is een Duitse schrijfster en vertaalster. Het zich in Berlijn en Londen afspelende ‘Die Habenichtse’ (‘Lege handen’) vertelt over Isabelle en Jakob, die elkaar na jaren weer tegenkomen en verliefd worden. Jakob krijgt een positie aangeboden in Londen, een baan die eigenlijk bedoeld was voor een bij de aanslagen van 9/11 omgekomen collega. Hoewel het succesvolle paar alles lijkt te hebben, blijken ze tegelijkertijd niet in staat hun eigen leven en dat van hun naasten richting te geven.

2005 – Arno Geiger: Es geht uns gut

Arno Geiger (1968) is een Oostenrijkse auteur uit Vorarlberg. In zijn familieroman met de ironische titel ‘Es geht uns gut’ (‘Met ons gaat het goed’) beschrijft hij het verhaal van zijn hoofdfiguur Philipp Erlach, die het huis van zijn grootmoeder erft. De jury is enthousiast over de manier waarop de auteur in levendige portretten het heden en verleden beschrijft en karakteriseert.


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger